Nieuws

Nieuwe inzichten bij Symposium REDDEVLOOT

Door Gijs van Hesteren – Harlingen – Een volle zaal vorige week, bij het symposium dat de Stichting REDDEVLOOT in samenwerking met de vereniging van bruinevlootschippers VBZH organiseerde. Als voorzitter van de VBZH was ik erbij. En omdat ik er nu toch was kreeg ik de opdracht mee om verslag uit te brengen, al valt het voor een ex-zeilschipper als ik niet mee om objectief te blijven. Onderwerpen voor dit symposium “Ondernemerschap en de bruine vloot” waren marketing en financieel management. Bij de deelnemers leverde dat nieuwe inzichten op.

Veel schippers gaan binnen tien jaar stoppen
Bijvoorbeeld dat meer dan de helft van de aanwezigen van plan was binnen de tien jaar met het bedrijf te stoppen. Een van de schippers, een jonge vijftiger, stelde dat hij “niet de rest van zijn leven in dit vak wilde blijven werken”. Maar de oudere groep, die van de pioniers die in de jaren tachtig het traditionele zeilen breed uitrolden, bereikt de pensioengerechtigde leeftijd. Dit doet vermoeden dat er binnen afzienbare tijd meer schepen dan gewoonlijk op de markt komen. Heeft dat gevolgen voor de waarde ervan? En wie koopt al die schepen?

Wat is het product dat we verkopen?
Rob van Hilten leidde de bijeenkomst, in overleg met stichtingsvoorzitter Paul Scheffer. Rob kennen we als auteur van het invloedrijke rapport ‘De investeringsagenda van de zeilende beroepsvaart en hoe deze te financieren’. Hij schreef dat voor adviesbureau BMC, in opdracht van de provincies Overijssel, Friesland, Flevoland en Utrecht. Sprekers waren marketingdeskundige Floriaan Zwart van VVV Waterland van Friesland en startupbegeleider Edwin Broekhof (Vizier Friesland).
Floriaan Zwart had een paar appeltjes te schillen over het ‘product’ dat de vloot probeert te verkopen. Begrijpen we wat de klant wil? “We maken de Waddenzee beleefbaar”. En: “Duitsers zien zeilen als iets romantisch, Nederlanders zien het als iets nats”. Hij wees erop dat de eilander VVV’s best meer zouden willen doen met vloot, en dat er bij provincies dikke subsidiepotten liggen te wachten. “Maar ontsluit die dan wél samen.”

Een schip is een dure machine
“Een schip is eigenlijk een heel dure machine”, zei een schipper. Bekijken we ons schip misschien teveel als doel en niet als middel? Zien je klanten dat ook zo? Misschien willen zij vooral iets beleven? Kan best zijn dat je alleen maar zoveel mogelijk wilt zeilen, maar in hoeverre ben je dan een ondernemer? Buiten we alle mogelijkheden van deze dure machine wel voldoende uit?

Prijzen moeten omhoog
Een andere opmerking uit de zaal: “Als we niks met prijzen doen zijn we straks de lul. F**k de regels, doe met z’n allen de prijzen omhoog”. Tja, de prijzen. Gemiddeld zijn die al decennia te laag. Zeker als je in aanmerking neemt wat voor een geweldig ‘product’ de klanten daarvoor krijgen. Structurele verbetering van deze situatie blijkt helaas moeilijk. En corona was niet de enige bedreiging voor de vloot. De richting waarin de markt zich ontwikkelt is niet eenduidig, we zitten met veiligheidsissues en het lukt een aanzienlijk deel van de vloot nog altijd niet om tot betere rendementen te komen.

Technocraten kiezen voor technologische oplossingen
Maar goed, elke crisis is een uitdaging. En financieel management is er één van. Dat management zal er niet gemakkelijker op worden nu er vanuit de EU nieuwe maatregelen op komst zijn, bijvoorbeeld voor vuilwaterafgifte en ook voor de voortstuwing. “Wij gebruiken die dieselmotor gemiddeld maar een half uurtje per dag, dus met de uitstoot zal het zo’n vaart niet lopen”, veronderstelde een schipper. Helaas, die vlieger gaat niet op. Vorige week sprak ik met Paul van Ommen, directeur van brancheorganisatie BBZ. Hij was net teruggekomen uit Straatsburg, waar hij met de technocraten van de EU had onderhandeld. “Zij denken niet in werkprocessen, maar in technologische oplossingen”, zei hij. Dus die motor met lage uitstoot moet er komen. Je praat dan over investeringen van een ton, anderhalve ton. “Dan kan ik wel stoppen”, verzuchtte één van de deelnemers aan de bijeenkomst.
“Niet meteen opgeven”, zei Rob van Hilten. “Als een rak niet bezeild is ga je kruisen. Maar dan moeten we als branche wel heel hard werken aan alert ondernemerschap en meer samenwerking.”

Het goede nieuws: vanaf het voorjaar 2022 zag de wereld er al snel beter uit. Inmiddels maakt de branche zich op voor een tweede seizoen met volle zeilen. Met één kanttekening: er moet hard gewerkt worden aan het veiligheidsimago.

De BBZ organiseert komende winter een opleiding voor ondernemers, met drie modules: financieel management, marketing en ondernemerschap.
Info via www.debbz.nl