Jetten in Klimaatpakket: binnenvaart moet naar emissielabel B
Als het aan het kabinet ligt moet de Nederlandse binnenvaartvloot in de toekomst gemiddeld minimaal emissielabel B hebben. Dat is een van de onderdelen uit het aanvullende Klimaatpakket van minister Rob Jetten (Klimaat en Energie).
Het kabinet gaat ook het gebruik van waterstof in de binnenvaart financieel ondersteunen. Daarvoor moet vanaf 2025 geld beschikbaar komen. Het gaat om 178 miljoen euro, maar dat bedrag moet worden gedeeld met het zwaar transport op de weg.
De subsidie voor de nieuwe brandstof komt er bovendien alleen bij “een ambitieuze uitwerking” van de verplichting van een emissielabel in de binnenvaart, staat in de plannen. Gemiddeld moeten schepen voldoen aan label B. Het Binnenvaart Emissie Prestatielabel werd eind 2021 ingevoerd. Het is nu nog vrijwillig. Eigenaren kunnen er opdrachtgevers mee laten zien hoe schoon hun schip is en komen in aanmerking voor voordelen bij
havens, verzekeraars en banken.
Varen op waterstof: betalen per gebruik
Het voorstel om subsidie te verstrekken voor het toepassen van waterstof is bedoeld om tot de benodigde schaal te komen om varen op deze brandstof operationeel, technisch en economisch haalbaar te maken. Dat zou moeten gebeuren via een systeem van betalen per gebruik. Het doel is om op die manier 40 tot 45 schepen op waterstof te laten varen.
Het Planbureau voor de Leefbaarheid (PLB) heeft de onderdelen van het Klimaatpakket op verzoek van het kabinet beoordeeld op hun haalbaarheid en doelmatigheid. Het bureau vindt het verstandig om alvast enige ervaring op te doen met het toepassen van waterstof, zolang de uiteindelijke energiedrager voor de binnenvaart nog niet duidelijk is. “De binnenvaart is een kleine markt, het gaat om enkele duizenden schepen waar vaak motoren van andere schepen of auto’s in worden gebruikt.”
Of de beoogde emissiereductie (0,09 megaton in 2030) ermee wordt bereikt, kan het PBL niet valideren. “Slechts een deel van de CO2-uitstoot van de binnenvaart telt mee voor het nationale doel. Het deel dat meetelt is afhankelijk van de vraag op welke routes de waterstof wordt ingezet.”