Aanvullend Onderzoek op de Binnenzeilvloot

Er zijn circa 60 schepen inmiddels bezocht door een ILT-KI (Keurende Instantie) combinatie. Na een stroef begin is er meer lijn in de bezoeken gekomen. Door de tussentijdse uitval van het NBKB, veruit de grootste KI, zal het evenwel spannend worden om alle schepen voor 1 april bezocht te hebben.

Tuigboeken

Het begint met het Tuigboek. De beoordeling daaarvan wordt nu gedaan door ILT. Dat is niet ideaal, maar voor deze eerste stap het eenvoudigst. De beoordeling moet idealiter gerichte vragen opleveren voor het keuringsteam. Zowel ILT als de KI’s zeggen dat het goed werkt, hoewel de beoordelingen door ILT niet altijd op tijd voor de inspectie worden aangeleverd. In dat geval wordt het tuigboek pas aan boord bekeken en dat is eigenlijk zonde van de tijd.

De Tuigboeken melden nu nog voornamelijk wat er precies in de tuigage zit. Dat was ook de afspraak met de overheid. Maar beter wordt het als ook de aan-boord inspecties én de onderhoudsplanning al door de bemanning opgenomen zijn. Bijvoorbeeld bekende gebreken of al geplande werkzaamheden kunnen er al in staan voorafgaande aan de inspectie. De eventuele werkzaamheden die vervolgens uit de inspectie voortvloeien kunnen ook opgenomen worden, zeker als er voor het afwerken van punten tijd wordt gegeven. Dit is met name een BBZ punt. Als schippers zijn we steeds meer aan onszelf overgeleverd. De overheid is op afstand komen te staan en wij zullen betere instrumenten nodig hebben om aan te kunnen tonen dat de bemanning er boven op zit, dat zaken aan boord op orde zijn en dat er controle is op de veiligheidssituatie. Het Tuigboek kan daar een goede rol in spelen.

Afgesproken met de overheid is dat voor dit Aanvullend Onderzoek de eigen inspecties en het onderhoud nog niet ingevuld hoeven te zijn, maar idealiter is dat dus al wel zo.

Keuringen aan boord

Er wordt gewerkt met het ook door de BBZ bepleitte puntensysteem of een variatie daarop. Dat wil zeggen dat sommige afwijkingen direct verholpen moeten worden, of voordat  er gevaren wordt, terwijl voor sommige andere afwijkingen meer tijd wordt gegeven. Voor schippers is het belangrijk om er op te staan dat er een duidelijke, formele lijst achterblijft aan boord met bevindingen, eventueel  digitaal. Op die lijst kunnen ook punten staan die eerst nog verder uitgezocht moeten worden.

Windscheuren.

Wat de opstellers van de Branchenorm Rondhouten betreft (het Platform Veiligheid Chartervaart, bestaande uit mastenmakers, de Keurende Instanties en de BBZ) kunnen de daarin opgenomen veilige marges voor windscheuren niet zonder meer worden overgenomen als afkeurnorm. Overschrijding van de genoemde waarden betekent volgens de norm dat een expert geconsulteerd moet worden. Naast de afmetingen zijn namelijk onder meer ook de staat van de windscheur, de aanwezigheid van rot, de afwatering en de verhouding ten opzichte van andere scheuren relevant. Bij afkeur van rondhouten op basis van overschrijding van de normeringswaarden alleen, raden we schippers dan ook aan om aan te dringen op consultatie van een expert.

Een ander punt is verlijmde rondhouten. Als die met een mindere diameter zijn uitgevoerd dan ESTRIN aangeeft voor volle of massieve rondhouten, zouden sterkteberekeningen de gelijkwaardigheid moeten kunnen aantonen.

Planning

De planning is krap. Veel schepen hebben hun tuigboek ingeleverd en wachten nog op een voorstel voor een inspectie. Dat roept de nodige ergernis op. De BBZ probeert te helpen waar we kunnen om de wensen van schippers over te brengen. Wat helpt en de planning vergemakkelijkt, is om groepen van 3 of 4 schepen te vormen en dan ILT uit te nodigen. Ook als die schepen in een van de grote havens liggen. Dat is overlegd met ILT. Het Tuigboek moet wel ingevuld en ingeleverd zijn.

Vragen

Als er vragen zijn over de tuigage, over het tuigboek of over het onderzoek, aarzel dan niet de BBZ te bellen. We kunnen mensen met elkaar in contact brengen, hebben experts beschikbaar en we staan natuurlijk in contact met de overheid.