Veiligheid

ILT belooft verbetering tuigagenormen bruine vloot

De bruine vloot krijgt voor het volgende vaarseizoen duidelijkheid over de eisen die aan tuigage worden gesteld en op nationaal niveau zullen die regels waar nodig zijn verbeterd.

Die toezegging deed ILT-directeur Stefanie Spekreijse 24 april op een tumultueuze bijeenkomst met charterschippers in Lelystad.
De tussentijdse inspectie van de bruine vloot – vooral gericht op de veiligheid van de tuigages – is praktisch afgerond. Er moesten 229 schepen worden gekeurd, waarvan 19 schepen afvielen omdat er ‘een verhaal’ mee is: ze liggen nog op de werf, er is brand geweest, of een andere storing verhindert dat ze kunnen varen. Van de overblijvende 210 schepen, mogen er nu 157 varen. Op acht schepen na is de rest is al gekeurd, maar wacht nog op de administratieve afhandeling door ILT. Dat betekent dat 53 schepen, waarvan de klanten in veel gevallen volgende week al op de loopplank staan, nog niet mogen varen.

ILT-directeur Stefanie Spekreijse (©PMF)

Oplopende emoties

ILT-directeur Stefanie Spekreijse begon de middag met goede moed, maar kon haar tweede zin niet eens afmaken. Ze werd onderbroken door een woedende schipper, die nog net de beleefdheid kon opbrengen om ILT te complimenteren voor de inzet en goede bedoelingen. Maar vervolgens uitbarstte in een litanie van beschuldigingen. Hij was nauwelijks uitgeraasd, toen een tweede schipper inviel, en daarna een derde.
Stuk voor stuk kregen ze bijval uit de zaal, die bestond uit een ruim 70 schippers. Allemaal vonden ze dat het keuringsregime niet deugde en de administratieve afhandeling een ramp is. Dat zoveel schepen nog niet kunnen varen, terwijl ze wel veilig zijn, betekent voor de schippers omzet- en reputatieverlies.
Het was duidelijk dat ILT niet had gerekend op zoveel emoties. Spekreijse probeerde nog een paar keer haar verhaal te vervolgen, maar dat bleek onbegonnen werk. Steeds opnieuw werd zij onderbroken door schippers met verhalen over wat er allemaal niet klopte. Spekreijse kon echter geen antwoord geven op alle specifieke details waar de zaal mee kwam. De ILT-directeur is zelf niet deskundig en kent ook de schepen niet.

Negatieve publiciteit

Ook secretaris-generaal Mattheus Wassenaar van Infrastructuur en Waterstaat kreeg daarna de zaal niet stil. Dat lukte pas een beetje toen projectleider Lex Borst de cijfers presenteerde. Daaruit bleek, dat van de 1700 gekeurde rondhouten, er 60 werden afgekeurd. Een negatieve score van 3,5% dus. Teveel, maar aanzienlijk lager dan de eerder door ILT in het nieuws gebrachte 10%.
Er was dan ook veel kritiek op de manier waarop ILT de publiciteit had gezocht. Daarbij was volgens de schippers vooral de indruk gewekt dat ILT geweldig bezig was, terwijl er op de vloot van alles niet deugde. ‘ILT heeft nergens de enorme inspanningen van de vloot geprezen’, hield een schipper Wassenaar voor. ‘Een gemiste kans, die tot extra emoties leidt en gemakkelijk had kunnen worden voorkomen.’

ES-TRIN achterhaald

Dat wrong des te meer, omdat het keuringsregime volgens de chartervaartondernemers overduidelijk tekortkomingen vertoont. De inspectie hield vaak vast aan het Europese ES-TRIN, waarin de normen voor de zeilende beroepsvaart zijn vastgelegd. Bij de keuringen bleek echter direct, dat dit ES-TRIN – dat al ruim 25 jaar niet is aangepast – missers bevat en niet meer aansluit op de praktijk. Zo zijn de stagdiktes niet aangepast op de sterkte-eisen van de masten, waardoor nu veel te zware verstaging verplicht wordt gesteld. De inspecteurs zouden bovendien de toegestane waarden van de standaardtuigage een-op-een hebben toegepast op de maximale zeilvoering, terwijl dat verschillende zaken zijn.
Dat ILT dat allemaal wel constateerde, maar er niet naar wist te handelen, schoot al tijdens de inspecties ook branchevereniging BBZ in het keerde keelgat.

Commissie van deskundigen

De BBZ heeft vaak aangedrongen op een sterkere rol voor deskundigen uit het veld, maar het leek wel of ILT die niet vertrouwde. Tuigage-expert Marijke de Jong, die als deskundige wel werd geraadpleegd, maakte zich daar tijdens de bijeenkomst boos over. ‘Ik heb ILT er al in vroeg stadium op gewezen, ondersteund met alle nodige berekeningen, dat ES-TRIN op een flink aantal punten drastisch moet worden herzien. En dat sommige regels zelfs leiden tot meer onveiligheid. Daar is echter niet of nauwelijks naar geluisterd. Met als gevolg dat we dat nu achteraf nog moeten repareren. Daarmee spannen we het paard achter de wagen.’
Gesteund door BBZ-directeur Paul van Ommen, bekritiseerde De Jong de samenstelling van de Commissie van Deskundigen. ‘Het was onduidelijk wie daar nu precies in zaten. En namens ILT zaten er mensen in die ondeskundig waren, maar wel meebeslisten over het hanteren van de regels. Het was soms om moedeloos van te worden.’

Regels snel aanpassen

Stefanie Spekreijse erkende dat het ES-TRIN opnieuw moet worden bekeken, samen met een aantal andere normen die wellicht verbetering behoeven. ES-TRIN kan, als Europese regelgeving, pas op zijn vroegst in 2027 worden herzien. Maar op aandringen van de zaal gaf Spekreijse toe dat de vloot eerder duidelijkheid verdient over de toe te passen normen bij toekomstige tuiginspecties. Zij beloofde dat vóór het volgende vaarseizoen in elk geval op nationaal niveau alle regels dienen te zijn aangepast.
De BBZ had ILT van tevoren al een lijst met kritiekpunten doorgegeven, maar kwam er tijdens de bijeenkomst niet meer aan toe om die puntsgewijs te behandelen. Gezien de emoties was dat misschien maar beter ook. Het wachten is nu, verklaarde de BBZ naderhand, op een concrete toezegging van ILT over een te vormen commissie van ‘échte deskundigen’, die zo snel mogelijk aan de slag kan, om toekomstige débacles te voorkomen.

Lees het hele artikel van Peter Fokkens in de Schuttevaer (alleen voor abonnees)