Relaas van een redder
‘Haar helderblauwe ogen, starend in het niets, vergeet ik nooit meer.’ Reddingbootschipper Maarten van Asselt vertelt over het dodelijke zeildrama tijdens een schoolreisje op de Waddenzee.
In donateursblad ‘De Reddingboot’ van de KNRM, en ook op de site van Omrop Fryslân, staat deze week het verhaal van Maarten van Asselt, die tijdens het dodelijke ongeluk op de Risico de reddings-, c.q. bergingsoperatie leidde. Zeepost kiest voor de versie uit De Reddingboot, die weer de neerslag is van een podcast over het onderwerp.
Het is 31 augustus 2022, net na het middaguur. Een vwo-klas uit Den Haag is op schoolreisje aan boord van de bijna 130 jaar oude zeilklipper de Risico op de Waddenzee. Dan gaat het mis. De giek breekt af en raakt de 12-jarige Tara. De reddingboot van Terschelling-West scheurt ernaartoe en is na KNRM Vlieland als tweede ter plaatse. Als reddingbootschipper Maarten samen met een opstapper aan boord stapt, zien zij dat KNRM’ers van Vlieland begonnen zijn met de reanimatie. Maarten neemt de leiding als coördinator incident schip (CIS). “Eigenlijk zou iemand anders CIS zijn, maar die zei: ‘Het gaat om een kind, dat trek ik niet.’ Ik dacht dat ik het wel zou trekken. Je moet je werk los kunnen zien van emotie. Niet dat het niets met je doet, maar je moet er zijn voor die mensen en niet voor jezelf, zo simpel is het.”
Aan boord overzag Maarten de situatie. Hij coördineerde het reddingproces op de boot samen met de schipper en in overleg met zijn collega’s op de reddingboot. Al snel kwam het bergingsvaartuig van Rederij Noordgat met het ambulancepersoneel een opstapper van Noordgat en een brandweercommandant die mij hebben ondersteund. Tot die tijd was de reddingbootbemanning doorgegaan met reanimeren, ondanks de slechte voortekenen. Het ambulancepersoneel besloot de reanimatie te stoppen. “Dan valt het even stil en besef je: waarvoor je bent uitgerukt, is niet gelukt. We keken elkaar aan: shit. Ik zag de bebloede mondhoeken van de collega’s van Vlieland. Dat blijft je bij. En die helderblauwe ogen die in het niets staarden. Dat zal ik nooit vergeten.”
Vol adrenaline
Lang erbij stilstaan, daar was geen tijd voor. “Ons werk was nog niet klaar. Er waren meer gasten aan boord. Dus even schudden met je hoofd en weer door. De schipper zakte bijna door z’n knieën toen ik het nieuws vertelde. We besloten dat de kinderen van de boot moesten. Toen we het luik openden van het gastenverblijf waar zij zaten en een paar stappen naar binnen zette, realiseerde ik mij pas écht waarmee we te maken hadden. Daar zaten elf betraande, hele jonge koppies mij aan te kijken. Waaronder het nichtje van Tara. ‘Daar ligt iemands kind boven.’ Pas toen drong dat tot me door. Daarvoor was ik alleen bezig geweest met mijn werk. Ik zat vol adrenaline. Hoe moest ik het nieuws vertellen? Ik nam eerst de docent apart, hij brak.”
Toen bleek dat een van de kinderen een appje naar huis had gestuurd. “Dat wil je eigenlijk nog niet, omdat de politie de ouders van Tara nog moet zoeken en inlichten. We besloten iedereen één appje te laten sturen: er is een ongeluk gebeurd, maar met mij gaat het goed. Daarna zijn alle telefoons ingenomen en zijn we met de kinderen gaan praten, dat was wel pittig. Ze keken naar mij, zo’n vent in een groot pak, en hadden het gevoel: deze meneer gaat ons helpen. Het enige wat je dan goed kan doen, is voor die kinderen uitstralen dat je het voor ze gaat regelen. Dat ze zich niet bang hoeven voelen en dat je zorgt dat ze veilig bij papa en mama komen. Dat was mijn opdracht en die van mijn collega’s.”
Opgeschaald
In overleg met de reddingboot, die op dat moment on scene coördinator (OSC) was, werd opgeschaald naar grote calamiteit. De gemeente, brandweer en politie werden betrokken en het boothuis in Harlingen gereedgemaakt voor de opvang van de kinderen. Hier zou ook Slachtofferhulp naartoe komen. Maarten bereidde de kinderen voor op de vaartocht met de reddingboot en ging mee. ”Eigenlijk zou ik aan boord van het zeilschip blijven, maar de docent vroeg of ik wilde meegaan. ‘Daar hebben ze vertrouwen in, ze kennen je’, zei hij. Daar zit je dan, met andermans kinderen die je niet kent. Ik ben er niet voor opgeleid om met ze te praten, maar je doet je best.”
In het reddingstation van KNRM Harlingen kwam het bericht dat de ouders van Tara waren ingelicht en mochten de kinderen hun ouders bellen. “Ik zie nog een blond meisje verloren met haar telefoontje staan. Met tranen in haar ogen keek ze me aan en vroeg: meneer, wilt u mij helpen om mijn moeder te bellen? Natuurlijk, maar ik wist eigenlijk ook niet hoe. Dat ik dit zou doen, had ik niet verwacht toen ik ging varen op de reddingboot.”
Psychologische hulp
Toen de kinderen vertrokken waren, moesten sommige jongens – heel praktisch – weer aan het werk. “Ik ben later alleen teruggegaan. Tijdens die vaartocht van 45 minuten lijkt het alsof je tussen hemel en aarde zweeft. Wat er is gebeurd moet nog landen. Ik belde met de jongens voor een snelle evaluatie. Hebben we ergens een steek laten vallen? Het was heel fijn om te kunnen concluderen dat, ondanks de verschrikkelijke afloop, het vanuit onze kant allemaal goed is verlopen. Wij als team hebben dit goed gedaan.”
“Thuis op de bank kroop mijn dochter van toen 3 jaar bij mij op schoot en vroeg: papa, heb je mensen gered? Ze keek me aan met haar blonde koppie en heldere blauwe ogen. Toen zag ik de blauwe ogen van Tara voor me die in het niets staarden. Ik brak. Dat was iemands kind. Daar hebben mensen heel veel van gehouden. Ze ging op schoolreisje en nu is ze er niet meer. Dat kwam heel erg binnen.
Een paar dagen later hadden we een evaluatie op Vlieland. Een commissielid van KNRM Harlingen had contact gehad met de school. Zij hadden gezegd: ‘De eerste verwerking is door jullie gedaan. De kinderen zullen hun hele leven Maarten van Asselt niet meer vergeten.’ Ik wist niet hoe ik hiermee moest omgaan. Ik was daar juist om heel praktisch te leren wat we de volgende keer beter zouden kunnen doen. Weer zat ik met de tranen in de ogen.
Ik heb het niet in m’n eentje gedaan, maar met het hele team van Terschelling, Vlieland en Harlingen. We hebben in dat jaar samen vier heftige acties voor de kiezen gehad. Het was mijn vriendin die aan mijn gedrag zag dat ik het even rustig aan moest doen. Toen ben ik er 1,5 maand tussenuit geweest om met behulp van een psycholoog alles weer op de rit te krijgen. Iedereen zegt: het is maar vrijwilligerswerk, maar het is veel meer dan dat.”
Lees meer op de site van Omrop Fryslân, en in De Reddingboot (wordt alleen onder donateurs verspreid).
Foto: Tara (uit het archief van de familie).