Bescherming Waddenzee gebeurt op de verkeerde plekken
We beschermen de verkeerde stukjes Waddenzee. Onderwaterleven in minder beschermde delen is soms veel kansrijker. Dat blijkt uit onderzoek naar onderwaterleven in het Unesco Werelderfgoed.
Niet overal in de Waddenzee mag je vissen, baggeren of je boot voor anker gooien. 37 procent van de oppervlakte van de Waddenzee kent restricties, maar slechts in 10 procent overlappen zulke maatregelen. Daar zijn menselijke en economische activiteiten heel beperkt. Nog een kleiner deel – 2 procent – is volledig gevrijwaard van verstoring.
Maar het kleine deel dat echt goed beschermd wordt, overlapt nauwelijks met de gebieden waar de meeste soorten te vinden zijn. Dat blijkt uit onderzoek naar ecologische hotspots van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en Natuurmonumenten. De resultaten zijn kortgeleden gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift People & Nature.
Ruim 1000 bodemmonsters
Volgens Europese richtlijnen is het van belang dat we de gebieden met de hoogste soortendiversiteit het best beschermen. Dat gebeurt nu niet. „Dit levert mooie gespreksstof op”, stelt onderzoeker Kasper Meijer, promovendus aan de RUG. „Want eigenlijk was er over het onderwaterleven niet veel bekend.”
Om te ontdekken waar de meeste onderwaterdieren leven, namen onderzoekers ruim duizend monsters van de bodem. Deze blokjes wadbodem werden aan boord gezeefd om te kijken welke dieren erop leefden. De gevonden soorten zeggen iets over de lokale water- en bodemkwaliteit. Sommige mobiele soorten (krabben, garnalen) kunnen beter tegen menselijke verstoring. Andere zoals kokkels en nonnen zijn juist erg gevoelig.
Het meest soortenrijke deel in het Waddengebied is bij het Marsdiep, ten noorden van de Afsluitdijk en ten westen van Harlingen. Het is ondiep en er is weinig stroming.
Ecologische hotspots
Er blijkt weinig relatie te bestaan tussen menselijke activiteit en soortenrijkdom; een aantal plekken met een hoge soortenrijkdom worden ook gekenmerkt door veel menselijke activiteit, terwijl de gebieden waar bijna nooit iemand komt niet perse de meest soortenrijke delen van de Waddenzee zijn.
De onderzoekers constateren dat 37% van de Nederlandse Waddenzee een bepaald niveau van bescherming heeft. De verschillende beschermingsmaatregelen overlappen elkaar echter slecht, waardoor maar 10% echt als beschermd gebied geldt volgens de IUCN, de internationale richtlijn voor natuurbescherming. Niettemin vonden de onderzoekers dat maar liefst 19% van de Nederlandse Waddenzee beschouwd kan worden als bijzonder soortenrijk. In totaal overlapten slechts in 2% van de Nederlandse Waddenzee de door de IUCN geclassificeerde beschermde gebieden met locaties die als zogenaamde ecologische hotspots werden geïdentificeerd.
‘kale, uitgestrekte vlakte’
Of dit altijd de rijkste gebieden zijn geweest, is niet bekend. Voor de aanleg van de Afsluitdijk was het hele Waddengebied veel rijker. „Onze metingen lopen sinds 2019. We gaan ervan uit dat het hele systeem in de afgelopen eeuw achteruit is gegaan. De gebieden die nu rijk zijn, zijn ooit nog rijker geweest en kunnen in potentie nog veel rijker zijn.”
Daarom is goede bescherming belangrijk, zegt Meijer. „Het beeld van de onderwaterwereld in de Waddenzee is vaak die van een kale, uitgestrekte vlakte met weinig leven. Dat is niet zo. Er leeft veel. Meer dan op droogvallende delen van het wad.”
Het lijkt Meijer voor vervolgonderzoek interessant om nog beter te kijken welke impact alle menselijke activiteit los van elkaar hebben, en hoeveel impact alle reuring bij elkaar opgeteld heeft. „Dat zou erg helpen bij een betere gebruiksindeling van de Waddenzee.”
Lees het hele artikel van Wouter Hoving in de Leeuwarder Courant (alleen voor abonnees),
of het originele wetenschappelijke artikel.
Foto: ©Kasper Meijer.