NieuwsVeiligheid

Nieuwe eis celstraf voor schipper Risico

Tegen de schipper van de Risico, die verantwoordelijk wordt gehouden voor de dood van de 12-jarige Tara uit Den Haag, is in hoger beroep acht maanden cel en een beroepsverbod van vijf jaar geëist.

De Leeuwarder rechtbank legde de 51-jarige schipper uit Harlingen eind 2023 een taakstraf op, omdat de giek in slechte staat was, maar het Openbaar Ministerie vindt die straf niet hoog genoeg.
De schipper zelf was het ook niet eens met de straf: hij zegt dat hij niet kon weten dat de giek er zo slecht aan toe was. “Ik ben onterecht veroordeeld”, zei de verdachte. De schipper wordt in hoger beroep echter opnieuw verweten dat hij onverantwoordelijk heeft gehandeld.

Hoger beroep

In december 2023 legde de rechtbank Daan V. een taakstraf van 150 uur en een voorwaardelijke celstraf van drie maanden op. De rechter oordeelde dat hij als eigenaar van een charterschip een zware zorgplicht had en het schip in goede staat had moeten houden. De giek voldeed niet aan deze eis. Daarnaast was het keuringscertificaat van het schip verlopen, waardoor de schipper volgens de rechtbank niet had mogen uitvaren.
Zowel Daan V. als het OM ging in hoger beroep. De schipper stelde onterecht veroordeeld te zijn. Het OM vond de straf te laag en eiste eerder zes maanden cel en een beroepsverbod van 2,5 jaar. De rechtbank kwalificeerde de nalatigheid destijds als ‘aanmerkelijk’ in plaats van ‘grove nalatigheid’, wat de straf lager deed uitvallen.
Tijdens de zitting uitte Tara’s moeder haar onbegrip over de situatie. De moeder van Tara vertelde in haar slachtofferverklaring dat “het verlies van Tara elke dag aanwezig is.” Ze vroeg de rechter om de verdachte “de enige juiste straf te geven en dat is een beroepsverbod voor zijn hele leven. De schipper vaart al lang weer en dat begrijpen we niet. Tara krijgen wij nooit meer terug.”

Al eerder gewaarschuwd

Volgens het OM had de schipper een expert moeten inschakelen om scheuren in de giek te controleren. ‘Deze waren ver overschreden. Waar een verantwoordelijke schipper handelt, heeft verdachte dat niet gedaan met dramatische gevolgen,’ aldus de aanklager. Onderzoek toonde aan dat de giek voor 55 procent ernstig verrot was aan de binnenkant. Er was water binnen gekomen in de zogenaamde windscheuren, waardoor de giek begon te rotten. Op de bewuste dag is de tien jaar oude giek bij een windvlaag doormidden gebroken.
Volgens de verdachte is het “onvermijdelijk” dat er water in de scheuren komt. “Bovendien, ook als een giek windscheuren heeft, is hij sterk genoeg om de krachten die erop komen, te doorstaan”, is de schipper van mening. Verder was de houtrot in de giek van buiten niet te zien.
Toch had hij volgens de advocaat-generaal een deskundige moeten inschakelen. “Passagiers hadden hem al eerder gewaarschuwd dat er iets met de giek aan de hand was. Hij had eerder moeten ingrijpen, dan was veel leed voorkomen.”

“In de kachel ermee”

De bekende mastmaker Piet Blaauw is in september vorig jaar gevraagd om naar de foto’s van de giek te kijken. “Als ik deze giek binnen had gekregen, zou ik niet beginnen met repareren, maar direct afkeuren. In de kachel ermee.” Wel zei Blaauw dat het voor de meesten moeilijk is om rot in een mast op te sporen. “Je moet er met een priem in te steken om het te ontdekken.”
De advocaat van V. stelde dat alleen met onderzoek waarbij de giek kapot zou zijn gemaakt de zwakke plek te achterhalen was geweest. “Dat is onderzoek wat mijn cliënt of een keurmeester niet kan doen.” Hij pleitte voor vrijspraak.

“Nooit vraagtekens over veiligheid”

Advocaat Tjalling van der Goot van de schipper zegt dat zijn cliënt neergezet wordt als iemand die laks, onverantwoordelijk en een sloddervos is. “Dat is absoluut niet het geval. Er zijn nooit vraagtekens gezet bij de veiligheid op zijn schip.”
Van der Goot ergert zich aan de teksten van het Openbaar Ministerie: “Lekker varen, vrij bestaan en ‘s avonds een biertje in de kroeg, zegt de advocaat-generaal. Het zijn woorden die niet passen bij mijn cliënt en bij een waardig strafproces. Ik vind deze woordkeus stuitend.”
De advocaat eiste vrijspraak omdat de houtrot van buiten niet te zien was. “Dat valt hem dus niet te verwijten.” In zijn laatste woord zei de verdachte dat “het ongeluk nog steeds knaagt aan mijn verantwoordelijkheidsgevoel. Het is heel droevig wat er gebeurd is. Ik zal het mijn hele leven meedragen. Toch ben ik niet schuldig.”

De uitspraak is over twee weken.

Bronnen: artikelen van René Quist in de Schuttevaer (alleen voor abonnees) en nieuws op de site van Omroep Zilt.
Beeld: een stapel verzaagde rondhouten.