Friese tjalk van Jan Rijswijk werkloos voor de wal in Sneek
Jan Rijswijk uit Sneek is charterschipper/eigenaar van ’De Vlieter’. In plaats van onder zeil op het ruime sop van bijvoorbeeld de geliefde Waddenzee of de binnenmeren ligt de Friese roeftjalk naast twee lotgenoten werkloos voor de wal bij jacht- en scheepsservice Van der Meer in Sneek.
Tot verveling leidt dat vooralsnog niet bij de 59-jarige schipper, want het 115 jaar oude schip van 70 Friese Voet vraagt doorlopend haar onderhoud. Maar gevaren wordt er vanwege de COVID-19 uitbraak niet. Dat vooral doet het schippershart van Jan Rijswijk pijn. En daar komt nog eens overheen dat er geen rode cent binnen komt. Al zijn er vaste klanten die geld doneren om Rijswijk en partner Lieneke van der Duin een hart onder de riem te steken. Heel erg lang kunnen ze het op deze manier niet uitzingen. “Volgend jaar zullen we ook de gevolgen er nog van ondervinden, dat is inmiddels wel duidelijk.”
Het eigenarenpaar hoopt dat het verzoek van de branche vereniging de BBZ, waarbij hij is aangesloten, om overheidssteun gehoor vindt (zie elders op deze pagina). De BBZ heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat in een brief om hulp gevraagd. ’Wij realiseren ons dat grote delen van de samenleving in de problemen zitten en hulp nodig hebben. Hetzelfde geldt voor de chartervaart en de bedreiging voor het voortbestaan van de schepen. Een noodfonds is nu dringend nodig.’
,,Zolang de anderhalvemeterregel van toepassing is kan ik niet vee”, weet Rijswijk.,,Mijn schip is vrij klein. Daar heb ik bewust voor gekozen om naast de Waddenzee ook op het binnenwater te kunnen varen in Friesland, Groningen en de Weerribben in Overijssel.
Rijswijk neemt per zeiltrip doorgaans vanuit uitvalsbasis Makkum maximaal 14 tot 16 opstappers mee. Hij heeft talrijke vaste klanten en groepen uit eigen land en vooral ook uit Duitsland, die elk jaar weer mee gaan. Rijswijk, sinds 1995 eigenaar van de tjalk, beschouwt veel van zijn klanten min of meer als familie. Rijswijk: ,,Zoals Christoff. die komt al meer dan dertig jaar jaarlijks op dit schip. Langer dan mij dus.”