Charterschippers nog steeds in onzekerheid
Veel eigenaren van charterschepen in de Bataviahaven in Lelystad zitten nog altijd in onzekerheid over de toekomst van hun schip en bedrijf. Door de corona-beperkingen moesten ze de afgelopen maanden alle boekingen voor een verblijf op hun oude zeilschepen afzeggen.
Sinds kort zijn dagtochten met gasten onder voorwaarden weer toegestaan. Maar voor de meeste schippers, die zo’n 95 procent van hun omzet behalen met grote groepen en meerdaagse reizen, is dat geen oplossing.
Veel schippers proberen er een mouw aan te passen. Maarten van Nieuwland vaart met de Res Nova vanuit de Bataviahaven in Lelystad. Hij is deze week met vier leden van één gezin onderweg. De gasten hoeven dan in elk geval niet voortdurend anderhalve meter afstand tot elkaar te houden. “Maar ik heb aan boord in totaal 18 bedden. Als ik met een grote groep onderweg ben, levert me dat zo’n 5000 euro per week op. Nu heb ik maar 4 gasten. Het spreekt voor zich dat die een lager bedrag betalen.”
Helemaal aan de wal blijven, heeft Van Nieuwland niet overwogen. “Daarvoor hou ik te veel van mijn vak. En je wilt mensen ook gewoon de gelegenheid bieden om een mooie tijd op het water te hebben.”
Zonder certificaten, verdwijnen de schepen
Veel schippers proberen nog wat omzet te draaien, om in elk geval de vaste kosten gedekt te krijgen. Die vaste kosten zouden volgens Van Nieuwland op termijn een probleem kunnen worden. “Om in de vaart te blijven, heb je verschillende certificaten nodig en moet je keuringen doorlopen. Als eigenaren daar geen geld meer voor hebben, dan verdwijnen die schepen gewoon uit de vaart.”