Nieuws

ILenT in de slag met Marineschepen in Den Helder

De marinevloot in de Nieuwe Haven van Den Helder meert daar illegaal aan, zo is het oordeel van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De omgevingsvergunning zou ontbreken, oordeelt de toezichthouder die daarvoor een last onder dwangsom van 1 miljoen euro heeft opgelegd.

Dat blijkt uit een uitspraak van de voorzieningenrechter in Den Haag, die Defensie voorlopig nog wel het voordeel van de twijfel gunt. De dwangsom is opgeschort en hoeft in ieder geval dit jaar niet te worden betaald. De rechter stelt vast dat de partijen ’ten diepste verdeeld’ zijn. Mogelijk moet een bodemprocedure uitkomst bieden, met als centrale vraag of de marineschepen wel of geen deel uitmaken van de inrichting van de haven. De rechter spoort ILT en Defensie aan om tot een oplossing te komen waarbij de schepen gewoon kunnen blijven liggen. ,,Het gaat om twee belangrijke instellingen van de overheid die hun verschillen van inzicht door goed overleg zouden moeten oplossen.’’

Toestemming
De Nieuwe Haven in Den Helder is al sinds 1954 de thuishaven van de Nederlandse marine. Sinds 2012 geldt daarvoor een omgevingsvergunning. Defensie en ILT ruziën over hoe die moet worden uitgelegd. ILT stelt dat de schepen tot inrichting van haven behoren omdat voor het afmeren en permanent laten liggen van marineschepen een andere vergunning moet worden aangevraagd. Als die toestemming er niet is, moeten de schepen weg uit de Nieuwe Haven. Na een controlebezoek in augustus 2018 besloot de ILT daarop te gaan handhaven.

Defensie bestrijdt dat de marineschepen tot de inrichting behoren en vindt de huidige vergunning toereikend, maar de ILT wees de ingediende bezwaren af. Een vertrek van de schepen uit de Nieuwe Haven is volgens Defensie geen optie, omdat zij nergens anders terechtkunnen en hun inzetbaarheid dan in gevaar zou komen.

In een reactie laat Defensie weten dat er nog wel overleg is met de ILT en dat beide partijen bezig zijn om de vergunning te completeren. ,,Naar verwachting zal de afronding uiterlijk op 1 december 2020 zijn afgerond. Daarmee wordt de overtreding ongedaan gemaakt en het verbeuren van de dwangsom voorkomen’’, aldus woordvoerder Bernd Roelink. ,,Een inhoudelijk oordeel van de rechter in de bodemprocedure wordt voor 1 januari 2021 verwacht’’, vermoedt hij.

Lees het gehele artikel op de bron: NHD

Of lees het artikel in Marineschepen