Berger mag niet lukraak hoge kosten in rekening brengen
Particuliere sleep- en bergingsbedrijven mogen niet zomaar hoge bedragen vragen voor hun hulpverlening. Dat stelt de kantonrechter in Rotterdam. Een maritieme bergingsdienst uit Makkum kreeg onlangs het lid op de neus.
Het bedrijf stuurde de eigenaar van een zeiljacht een rekening van 2500 euro voor het lostrekken van zijn schip. De kantonrechter in Rotterdam oordeelde dat een vergoeding van 350 euro in dit geval voldoende was.
De hulpverlening speelde zich af in de zomer van 2018. Een klein huurzeiljacht (7,76 x 2,76 meter) liep aan de grond op het IJsselmeer bij het Friese Gaast. De huurder zag geen kans het vaartuig zelf los te krijgen en belde de havenmeester van jachthaven It Soal in Workum. Die adviseerde de Kustwacht of de KNRM te bellen. Maar de hulp kwam veel sneller dan verwacht. ‘Een paar minuten later kwam er al een rubberboot aan met vier mannen waarvan een aan boord kwam en zei dat hij ons ging lostrekken’, verklaarde de jachtschipper. ‘Op onze vraag wat het zou kosten kwam geen antwoord, ook niet bij benadering. Iemand op hun kantoor zou dat beoordelen.’
Lees het gehele artikel op de bron: Schuttevaer, alleen voor abonnees
Afbeelding: Een reddingsactie van motorjacht, in dit geval door vrijwilligers van de KNRM. De KNRM vraagt geen geld voor de hulpverlening, commerciële bergers doen dat wel en vragen soms de hoofdprijs. (Foto KNRM)