Europese Commissie wil 25 keer zoveel windmolens op zee
De Europese Commissie wil het opwekken van windenergie op zee de komende dertig jaar vervijfentwintigvoudigen. Over tien jaar moeten windmolens op zee al vijf keer zoveel energie leveren. Om die doelen te halen wil het dagelijks bestuur van de Europese Unie er tot 2050 800 miljard euro in steken.
Ook golfslag- en getijdenenergie, die nu een verwaarloosbare rol spelen, moeten volgens de commissie een flinke bijdrage gaan leveren. En zij verwacht veel van de komst van drijvende windmolens en zonnepanelen. Die moeten ervoor zorgen dat Europa ook ver uit de kust energie kan halen. Dat biedt extra ruimte en scheelt bedenkingen van burgers en bedrijven. De ‘drijvende technologie’ staat nu nog in de kinderschoenen.
De EU heeft afgesproken in 2050 niet meer broeikasgassen uit te stoten dan ze opneemt. Om die klimaatneutraliteit te halen moet de energievoorziening grootscheeps op de schop. De ruimte op het continent is echter schaars, en niet iedereen zit er op windmolens te wachten.
Maar “met onze grote zeebekkens en de voortrekkersrol van onze industrie, heeft de Europese Unie alles wat nodig is om deze uitdaging aan te gaan”, zegt Frans Timmermans, tweede man van de commissie en verantwoordelijk voor klimaat. Hij wijst erop dat windenergie op zee al een succesverhaal is. “We streven ernaar om er een nog grotere kans van te maken voor schone energie, kwaliteitsbanen, duurzame groei en wereldwijde concurrentiekracht.” Met de “duidelijke richting en de vaste kaders” van de commissie weten overheden en het bedrijfsleven waar ze aan toe zijn en kunnen zij extra geld, tijd en energie steken in windenergie op zee, denkt Timmermans’ collega Kadri Simson (Energie).