Een icoon van het Wad: de Bruinvisch
Wie zijn de iconen van het Wad: de oprichter van de Waddenvereniging, Jan Wolkers, Jan van Vlieland, Hessel van Terschelling, Sytze Schut van Schiermonnikoog of Lenie’t Hart? Wie en wat bepalen eigenlijk of iemand een icoon is? Aflevering 9 van een vervolgserie over de iconen van het Wad met hierin aandacht voor de bruine vloot.
Het Wad is een openluchtmuseum dat je op veel verschillende manieren kunt beleven: wandelend of fietsend door duinen, bossen en polders. Wadlopend over zandplaten, wadend door geulen. Turend over het water van Waddenzee en Noordzee. Vogels tellend in de kwelders. Starend naar de ontelbare sterren bij een heldere hemel of varend, op een eigen boot of met een charterschip. Of met een biertje in de mooiste strandtenten met riant uitzicht op zee.
In en rond het waddengebied varen in het hoogseizoen honderden schepen van de bruine vloot. De schippers, de eigenaars en de bemanningsleden van die aken, schoeners, tjalken en klippers zorgen voor een bijzondere beleving als ze hun schip naar een van de vijf bewoonde Waddeneilanden koersen. De mensen van de bruine vloot zijn pure ambassadeurs van werelderfgoed Waddenzee. We plaatsen een van hen in het middelpunt: Cees Dekker uit Harlingen, schipper van de Bruinvisch, een uniek schip met een bijzondere naam.
Cees Dekker is al bijna vijftig jaar de trotse eigenaar en schipper van de Bruinvisch, een ijzeren dektjalk uit 1902. Dekker heeft er zijn ziel en zaligheid ingelegd, met bloed, zweet en tranen zorgde hij ervoor dat het schip nog steeds vrijwel in de oorspronkelijke staat van meer dan honderd jaar geleden op het Wad vaart. De enige vernieuwingen op dit schip zijn een 30 PK Kromhoutmotor uit 1924, de anker, -zeil- en schootlier en een deel van de betimmering in het ruim. Met als gevolg dat je je in een varend museum waant waar je kunt voelen, ruiken en zien hoe het leven vroeger aan boord was. Aan boord van de Bruinvisch ben je aan boord van een levend werelderfgoed. In dit schip komen leven en werken op het wad van meer dan honderd jaar tot leven. In 2003 kreeg het schip de status van varend monument.
De Bruinvisch, gebouwd in Franeker, was oorspronkelijk een zeilend vrachtschip voor vervoer van bijvoorbeeld aardappelen, bieten en schelpen. Aan het begin van de 20e eeuw vervoerde de Bruinvisch vee tussen Purmerend en Waddeneilanden. Er was aan boord plek voor veertig koeien die in een ‘broek’ door paarden aan boord werden gehesen.
Het schip heeft een bijzondere band met Terschelling en Vlieland. In 1926 werd de Terschellinger schipper Yme Horjus eigenaar. Hij leefde met vrouw en vier kinderen op drie vierkante meters in het achteronder. De beroemde Vlielandbewoner wijlen Frans Horjus werd op het schip geboren en woonde er 28 jaar. Armoede en tegenslag hebben vader en zoon volop meegemaakt. De economische crisis van de jaren dertig en strenge winters legden de handel en dus de scheepvaart vaak stil. Zo was de Waddenzee in de winter van 1929/30 compleet dicht gevroren. Fietsers konden over het ijs van Terschelling naar de vaste wal komen.
De jonge instrumentenmaker Cees Dekker vond het schip in de jaren zeventig in Muiden waar het lag weg te roesten. In 1972 werd hij de twaalfde schipper/eigenaar. Voor 9000 gulden, omgerekend € 4084, kocht hij de Johanna zoals het toen heette. Het voorlopig koopcontract werd op een bierviltje getekend. In 1982 veranderde Dekker de naam van het schip en prijkte na Voorzorg, Volharding en Johanna weer Bruinvisch op de steven, net zoals in 1902.