Een schip als leslokaal: dure expedities populair bij middelbare scholen

Het middelbare onderwijs kiest steeds vaker voor praktijklessen als aanvulling op de reguliere opleiding. Vooral voor zogenaamde school-op-zeeprograma’s wordt steeds meer ruimte gegeven.

Voor de expeditie maken de leerlingen een tocht met een zeilboot. Ze moeten naast de praktijklessen aan boord ook de gewone schoollessen volgen en ook schooltoetsen afleggen. Eén van de organisaties die dit soort reizen verzorgt is Masterskip. Die zeilt met de Wylde Swan en heeft vanwege de grote belangstelling laatst ook een nieuw schip aangeschaft.

Levenservaring
Rector Eelco Hooijmaaijers van het Stedelijk Gymnasium in Leeuwarden denkt dat vooral de opleiding en werkzaamheden als matroos de leerlingen veel levenservaring geeft die bij een latere studie positief kan uitpakken.

“We hebben vaker leerlingen die met Masterskip meegaan”, vertelt hij. “De lessen gaan gewoon door. Dat is ook deel van de afspraak die geldt. Het is een heel prachtige ervaring, maar school gaat gewoon verder.” Bang voor een leerachterstand is de rector niet. “Dat valt wel mee. Het zijn ‘maar’ zes weken. We overleggen goed en als er wel achterstanden zijn, kun je daar maatwerk op maken.”

Leerling Merel Fiets, die zich klaarmaakt voor een reis, denkt ook dat het wel goedkomt. “Het is allemaal zelfstudie, maar er gaan ook twee docenten mee aan boord. Die gaan ons vast helpen. Het zal wel heel anders zijn dan op school.”

Niet voor iedereen weggelegd
Aan de onderwijsvorm hangt wel een prijskaartje: zo’n 7.000 euro voor een expeditie van zes weken. De school betaalt dat niet: leerlingen of ouders moeten dat zelf op tafel leggen. Zo’n expeditie is niet voor iedereen weggelegd dus.

Lees het gehele artikel op de bron: Omroep Friesland

Afbeelding: Masterskip