NatuurNieuws

Garnalenvisserij op het wad: nieuw perspectief

Op de Waddenzee zijn de eerste proeven gestart voor een nieuwe vorm van garnalenvisserij. De uitkomsten zijn verre van zeker, en dat geldt ook voor de vooruitzichten voor de visserij zelf.

Ruim twee uur eerder dan gepland komt Pieke Molenaar vrijdag de haven van Lauwersoog binnenvaren. „Er zit bijna niks op het wad”, is de mededeling van de onderzoeker op een vragende blik vanaf de wal. Dat wil zeggen: behalve enkele recreatieve wadlopers en hongerige vogels, zijn er amper garnalen. Overigens niet iets waar van opgekeken wordt; het seizoen is eigenlijk nog niet begonnen. De garnalen moeten eerst vanuit andere gebieden hierheen komen zwemmen voordat zij zichzelf op het wad komen voortplanten en vol eten. En toch kunnen er, op basis van een regenboog van emmers aan boord en een administratie waar de fiscus u tegen zegt, al wat voorzichtige conclusies getrokken worden.

„Elke kleur emmer staat voor een pot-aascombinatie”, legt Molenaar over de onderzoeksmethode uit. De rode emmers blijken vandaag vol te zitten met krabbetjes, terwijl de vangst in de witte emmers bijna volledig uit garnalen bestaat. Zie daar het verschil tussen een mislukte proef en een geslaagde, doceert de onderzoeker. „Je wilt geen krabben in je potten hebben, want die vreten de garnalen aan. Dus hebben we allemaal verschillende soorten potten, of korven, met verschillende soorten ingangen om te kijken welke de krabben buitenhoudt en de garnalen juist binnen.”

Leuke innovatie: behalve door traditioneel aas worden garnalen de potten in gelokt door middel van een lampje. Molenaar: „Garnalen zijn net muggen, ze komen op licht af.”
Het uiteindelijke doel: erachter komen of, en zo ja hoe, garnalen met een passieve techniek bevist kunnen worden.

Weerstand
Molenaar: „Er zijn tal van plekken op de wereld waar ze met behulp van potten op schaaldieren vissen. Dus het moet kunnen, zou je zeggen. Misschien nog wel de grootste uitdaging zit ’m in het feit dat wij anders gewend zijn. De garnalenvisserij in Nederland gaat uit van sleepnetten en daar is steeds meer weerstand tegen omdat het de zeebodem beroert. Daarbij is het door de hoeveelheid diesel die je ervoor nodig hebt relatief duur en vervuilend. De garnalenvisserij staat voor vergaande uitdagingen, wij proberen ze daarbij te helpen.”

Goed om te vermelden: met ’wij’ bedoelt Molenaar Wageningen Marine Research. En de garnalenvissers waarmee Molenaar de komende tien maanden bij wijze van proef uitvaart, zijn de Friezen Folkert en Bjorn. Een duo dat vanuit de stuurhut met enige verbijstering het precieze tellen en wegen van de minimale vangsten gadeslaat.

Terwijl Bjorn een sjekkie rolt laat schipper Folkert wat gedachten gaan over de eerste proefweek. Zijn indruk: het is compleet anders en vooral arbeidsintensiever dan wat ze gewend zijn. „Die potten moet je omhoog halen, legen en dan weer laten zakken. En dat voor het grootste gedeelte met de hand. Nu redden wij het met z’n tweeën aan boord, maar met die potten niet meer denk ik. Wat ik bespaar op brandstof, ben ik dan extra kwijt aan mankracht. En ik vraag me af of het op deze manier geen puinhoop wordt op de Waddenzee. Je moet het in ieder geval wel goed aangeven waar je potten uit hebt staan, want voor je het weet vaart er iemand overheen.”

En toch is het de vissers wel duidelijk dat het anders moet. „We hebben geen keus. Het is meebewegen of ermee stoppen.”

Bron: een veel uitgebreider artikel van Lars van der Bel in het NHD (Allen voor abonnees).
Foto: Pieke Molenaar van Wageningen Marine Research (©Toussaint Kluiters)