Gemeente schuift brug over het IJ op lange baan
De brug over het IJ verdwijnt langzaam uit beeld. De oplevering van een nieuwe oeververbinding is vier jaar uitgesteld, van 2025 naar 2029. Het heilige vuur voor een brug lijkt er een beetje uit bij de gemeente.
Volgens de meest recente voortgangsrapportage van de gemeente is het uitstel van een mogelijke brug geen reden tot paniek: de pontveren van het GVB kunnen de verwachte drukte nog tot 2027 verhapstukken. Als het aantal reizigers echter blijft groeien, ontstaan er waarschijnlijk problemen in de periode 2027-2034.
De aanleg van de Javabrug, waar de gemeente eerder toe heeft besloten, heeft met name vertraging opgelopen door de impasse tussen Amsterdam en het rijk. De stad wil graag een brug, maar volgens onder meer de maritieme partijen die gebruik maken van het IJ, komt daarbij de veiligheid op het water in het geding.
Gemeenten en rijk kwamen er met elkaar niet uit en besloten in 2018 een onafhankelijke commissie aan het werk te zetten die advies moet geven over vaste oeververbindingen ‘over of onder het IJ’. Centraal in het werk van de commissie staat de vraag wat eigenlijk de toekomst is van het IJ en welke rol onder meer de bouw van huizen, mobiliteit en zowel stedelijke als haveneconomie daarin moeten spelen.
De voortgangsrapportage benadrukt met name de inspanningen van de gemeente om te zorgen dat er voldoende pontveren inzetbaar zijn. De vraag of er een brug moet komen, of wellicht een andere oeververbinding, komt niet ter sprake. Volgens critici als Bas Kok, een van de vurige pleitbezorgers van een brug, lijkt het erop dat de beleidsmakers zich alvast voorbereiden op een andere oeververbinding dan een brug.