ILT op de vingers getikt door de bestuursrechter
De bestuursrechter heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) gedwongen om de aanvraag voor een nieuw bemanningscertificaat, die door de eigenaar van een zeegaand charterzeilschip was ingediend, toch in behandeling te nemen. ILT had dat in eerste instantie geweigerd.
De reden voor de nieuwe aanvraag was, dat ILT sinds enkele jaren een clausule op het bemanningscertificaat opneemt, die bepaalt dat tenminste één bemanningslid in het bezit dient te zijn van het certificaat “Proficiency in survival craft and rescue boats”. Dat certificaat laat zien dat de houder getraind is in de omgang met reddingboten. Omdat op kleinere zeilschepen geen “Survivalcraft” en “Rescue boats” aanwezig zijn, maar alleen reddingsvlotten, is dit certificaat nooit verplicht geweest voor deze schepen, zelfs niet volgens internationale verdragen als SOLAS. Volgens de betrokken eigenaar en de branchevereniging BBZ is dit certificaat dan ook niet verplicht voor zeilschepen kleiner dan 500 GT.
Afspraken
Daarover zijn, volgens de BBZ, in 2014, bij de herziening van de bemanningswetgeving, duidelijke afspraken gemaakt met het ministerie, en kan ILT niet zelfstandig beslissen om dat te wijzigen. Over de – onopvallend opgenomen – wijziging op het certificaat van 5 pagina’s waren eigenaren en branchevereniging niet geïnformeerd. Daardoor kwamen sommige eigenaren er pas bij een inspectie achter dat deze clausule was toegevoegd. Ondanks dat de nieuwe verplichting niet in de wet is opgenomen, zijn enkele ambtenaren van ILT van mening dat die verplichting er wél is, en wordt er ook op gehandhaafd.
Onrechtmatig
De betrokken eigenaar is van mening dat de toegevoegde clausule onrechtmatig is, en staat daar niet alleen in; op dit moment lopen er maar liefst drie bezwaar- en beroepsprocedures. Hij wilde daarom een nieuw certificaat hebben, zonder deze clausule. Toen ILT weigerde de aanvraag in behandeling te nemen is de eigenaar naar de rechter gestapt. Hij wordt darbij bijgestaan door Quality Sailing, een adviesbureau voor traditionele zeilvaart.
De rechter had niet veel woorden nodig om te bepalen dat ILT alsnog binnen 2 weken op de aanvraag moest beslissen. Bovendien werd ILT veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 1.442. De uitspraak van de rechter is hier te lezen.
Nieuwe rechtszaak
Naar aanleiding van de uitspraak van de rechter heeft ILT de aanvraag inderdaad behandeld, en meteen afgewezen. Hiertegen heeft de eigenaar weer bezwaar aangetekend. Als ILT ook dat bezwaar afwijst, wacht een nieuwe gang naar de rechter.