BBZ nieuwsNieuwsVeiligheid

ILT staat dyneema voorlopig toe in lopend want

Donderdag ontplofte het nieuws dat dyneema niet meer toegestaan zou zijn in het lopend want op de Bruine Vloot. Nu trekt de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) dat standpunt terug. Met uitleg over wat mag en niet mag.

Tijdens de bijeenkomst over het aanvullend onderzoek van schepen van de historische zeilvloot op 16 januari in Lelystad zijn er veel vragen gesteld over het gebruik van lijnen met hoogwaardige kunststofvezels (HMPE o.a. bekend onder de merknaam Dyneema). Dit naar aanleiding van het feit dat de ILT dit gebruik niet wilde toestaan.

Het doel van het aanvullend onderzoek is het aantoonbaar veiliger maken van de vloot. De regelgeving (ES-TRIN) stelt dat touw uit polyethyleen niet mag worden gebruikt. Tijdens de bijeenkomst op 16 januari hebben schippers aangegeven (net als in andere sectoren) al jaren gebruik te maken van lijnen van HMPE, zonder dat dit voor zover bekend heeft geleid tot incidenten. Bovendien hebben de keurende instanties het gebruik van HMPE lijnen toegestaan op het moment dat het bewijs van tuigage is afgegeven. Op dit moment is er nog geen uitputtend beeld over de geschiktheid van HMPE. Voorkomen moet worden dat de vloot door HPME op dit moment niet toe te staan uiteindelijk onveiliger wordt dan in de huidige situatie.

Daarom heeft de ILT op 22 januari in samenspraak met de taskforce historische zeilvloot besloten het gebruik vooralsnog toe te staan, mits de lijnen niet worden toegepast in het staand want en de lijnen goed worden gedocumenteerd in het tuigboek. Tevens zal worden gekeken naar de volgende punten:

  • Het materiaal dient te allen tijde te zijn voorzien van een coating of een beschermende mantel tegen inwerking van UV licht;
  • De materiaalsoort, de breeksterkte en leeftijd moet te allen tijde herleidbaar zijn middels een certificaat of productspecificatie en leveringsbon;
  • Lieren en schijven van blokken dienen geschikt te zijn voor het toegepaste materiaal;
  • Voor lopende lijnen (vallen en takels in bakstagen en dirken) geldt een hogere breeksterkte t.o.v. een staalkabel volgens de tabel van art. 20.15;
  • Eindverbindingen in dirken/kraanlijnen en bakstagen mogen uitsluitend door een deskundige worden gemaakt;
  • Alle overige eindverbindingen dienen volgens protocol van de fabrikant te worden gemaakt.

Lees hier het volledige document van IL&T: Gebruik van lijnen met hoogwaardige kunststofvezels.

NB: Om het document te downloaden: klik met de rechter muisknop op bovenstaande link en kies ‘Koppeling opslaan als’. Op een tablet of telefoon: druk lang op de link (> 1 sec) tot een keuzemenu verschijnt.