Kunststof tonnen gaan de meeste prikken op het wad vervangen
Rijkswaterstaat is druk bezig met het aanbrengen van zo’n 800 kunststof tonnen langs de kleine vaargeulen in de Waddenzee. De verwachting is dat de felgekleurde markering het een stuk veiliger maakt voor de recreatievaart. Tot voor kort werden die kleine vaargeulen gemarkeerd met houten ‘prikken’ die in de zeebodem werden geprikt. De prikken verdwenen nogal eens na een aanvaring of dreven weg. Enkele jachthavens aan de Waddenzee zullen prikken blijven gebruiken om de laatste meters van de vaargeul aan te geven.
De prikken hebben een voordeel voor de schepen, ze veroorzaken geen schade wanneer je er ongewenst toch overheen vaart. Dat zal met plastic boeien aan kettingen wel eens anders kunnen zijn. De zware kunststof tonnen maken de vaargeulen volgens Rijkswaterstaat juist een stuk veiliger omdat ze muurvast op hun plek blijven. Ze krijgen korte kettingen omdat deze betonning juist op de randen van de plaat worden aangebracht in ondiep water.
Plastic als duurzame oplossing
“Duurzaamheid en hout lijken bij elkaar te horen. Maar vanuit kosten, veiligheid en arbeidsintensiteit ligt dat toch wat genuanceerder”, aldus Penninga. “De Waddenzee jast er elk jaar soms wel drie of vier prikken per plek doorheen. Het plaatsen van een houten prik is handwerk en zeer arbeidsintensief. En elke keer weer wordt er brandstof verstookt om ze weer terug te plaatsen. Een kunststof ton behoeft geen schilderwerk of antiroest en is arbo-vriendelijk. Na vijftien jaar worden ze gerecycled.”
Rijkswaterstaat is de komende week met drie schepen onderweg, om ook de laatste, kleine vaargeulen van kunststof tonnen te voorzien.