Miljoenen voor bruine vloot voelt als ‘erkenning’ (maar de voorwaarden zijn nog onduidelijk)
Het is nog onduidelijk aan welke voorwaarden schippers van de bruine vloot moeten voldoen voor ze een deel van de 15 miljoen euro kunnen opstrijken die het rijk beschikbaar stelt.
Dit zegt directeur Paul van Ommen van de vereniging voor beroepschartervaart (BBZ) uit Enkhuizen. Vrijdag werd duidelijk dat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) 482 miljoen euro extra beschikbaar stelt om de culturele en creatieve sector te ondersteunen. Voor het varend erfgoed (de zogenoemde bruine vloot, zo staat in de Kamerbrief te lezen) wordt hiervan 15 miljoen opzijgelegd.
Van Ommen betitelt de 15 miljoen euro als ,,een serieus bedrag’’ en een welkome aanvulling op de bestaande NOW- en TVO-regelingen voor ondernemers. Deze regelingen houden de waakvlam brandend, zegt hij. ,,Maar komen schepen komende winter voor flinke reparaties te staan, dan zijn daar nu geen reserves voor.’’ Daarbij pakken de twee eerdere regelingen vaak ongunstig uit voor de branche vanwege ongunstige peildata, zoals 15 maart als het seizoen voor de schepen nog moet starten.
Voor de reders en schippers is het nu de grote vraag welke voorwaarden het ministerie gaat stellen aan de geldverstrekking. ,,Is het geld alleen voor de bruine vloot? Of is het ook bestemd voor de groep eromheen, zoals de mastenmakers en zeilmakers? Het liefste zien we dat het geld naar de schippers en eigenaren gaat, die vervolgens weer kunnen investeren in hun schepen door de inhuur van bijvoorbeeld de mastenmakers.’’ Van Ommen hoopt ruim voor het einde van het vaarseizoen – eind oktober – hierover helderheid te hebben.
Lees het gehele artikel op de bron: LC Premium, helaas alleen voor abonnees
(Foto: Wouter van Dusseldorp)