Zeevaart

‘Misschien willen de mensen niet meer varen’

Sinds corona ziet zeecharterschipper Ton Lemmers (1942) steeds minder passagiers terug. Met zijn Stella Maris ligt hij in de Amsterdamse Oude Houthaven te wachten op een vat rum voor Flensburg.

Dat vat is vanuit het Caribisch gebied aangevoerd door het zeilende vrachtschip Tres Hombres. Eigenlijk zou een ander schip de rum naar Flensburg brengen, maar de Tres Hombres was vertraagd en het andere schip kon niet wachten, dus doet Ton het nu.

Hij is dit jaar laat begonnen aan zijn seizoen en hoopt in de Oostzeehavens passagiers te vinden. Oorzaak is ruzie met keuringsbureau Register Holland Zeevaart. ‘Sinds ik het schip heb verbouwd zijn de verhoudingen slecht. Ik heb er een heel nieuw onderwaterschip onder gezet volgens Lloyd’s en ze willen dat eigenlijk niet. Het is een heel klein wereldje en er worden heel persoonlijke vetes uitgevochten. Het ging om zoiets lulligs dat, als een ander het mij vertelde, ik zou denken dat het schip om iets anders is afgekeurd. Een stopcontact waarop geen klepje zit. Of een lamp in de machinekamer die niet brandt, wat een kwestie is van een nieuw peertje indraaien. Dat soort dingen. Ik had vorig jaar de rondhouten laten keuren. Nu moest ineens het beslag van de gaffel af. Dat zit geklonken, dus daar was ik uren aan bezig. Terwijl het vorig jaar nog was gekeurd.’

Monsterboekje

Ton had dit jaar moeite met het vinden van een maat. ‘Sinds corona zijn veel mensen ermee opgehouden.’ Zijn maat had op zijn beurt moeite met het krijgen van een monsterboekje. ‘Dat komt tegenwoordig van de Kiwa, dat is een hopeloze organisatie. Ik heb al 60 jaar een monsterboekje en toen ik dat moest verlengen, kon dat niet. Je staat bij de Kamer van Koophandel ingeschreven onder dezelfde code als de binnenvaart, maar met de toevoeging Noordzee en Oostzee. En ze waren niet zo slim om te begrijpen dat dit zeevaart was. Heeft maanden gekost. En die maat kreeg geen monsterboekje omdat hij een contract moest hebben. Maar iemand zonder monsterboekje heeft geen vaarbevoegdheid, dus die ga je geen contract geven. Ik had een contract aangeboden van een maand, maar dat vonden ze tekort. Uiteindelijk heeft hij een monsterboekje gekregen via de Zeevaartschool.’

Verkopen of boeken

Ton is met weinig boekingen aan dit seizoen begonnen, niet alleen omdat hij vanwege het tijdrovende gedoe rond de keuring passagiers heeft moeten afzeggen, maar ook omdat de Stella Maris te koop staat. ‘Ik had vier redelijk serieuze kopers. Ik ben op een leeftijd dat iedereen tegen me zegt: jongen, je moet hem verkopen, maar als je boekt, ben je niet 100% aan het verkopen. Meestal ben ik heel eigenwijs, maar nou heb ik toch geluisterd. En nu is hij niet verkocht en ook nauwelijks geboekt.’
Ton kocht de in 1914 als groentejager gebouwde Stella Maris (32 x 4,68 meter, 158 pk John Deere, 250 vierkante meter zeiloppervlak) in 1984 en bracht haar in de vaart als zeilcharterschip. ‘Hij is 23,28 meter over de waterlijn. Dat is heel gunstig, omdat de meeste regels gelden vanaf 24 meter waterlijnlengte. Hij zeilt als een jachtje en het is het makkelijkste schip van de vloot. Een lust om mee te varen.’

Virtueel zeilen

De Stella Maris heeft vijf hutten voor 12 passagiers en maakt meestal negendaagse reizen op de Oostzee. ‘Mijn passagiers zijn over het algemeen behoorlijk oud, net als ik. Het is goed gegaan tot corona, maar ze krijgen de groepen niet meer bij elkaar. Misschien willen de mensen niet meer varen. Het mag ook niet zo lang duren, er zijn teveel andere dingen. Ik zeg altijd: we moeten eigenlijk virtueel zeilen. Drie uurtjes op de Atlantische Oceaan, tot ze het wat koud vinden worden. Dan nog een uurtje in de Cariben en dan hebben ze het wel weer gezien. Vroeger was het echt een avontuur. Je maakte gewoon een heleboel kooien in je schip. Ik heb twee toiletten voor de passagiers. Er zijn nu schepen met een toilet in iedere hut. Dan denk ik: om die luxe uit de huurprijs te halen moet je flink op het toilet gaan zitten.’

Lees dit artikel van Heere Heeresma jr. in de Schuttevaer (alleen voor abonnees).

Foto: © Heere Heeresma jr.