Nabestaanden en de bruine vloot hebben recht op een snel onderzoek naar dodelijke ongelukken
In een redactioneel artikel in de Leeuwarder Courant vraagt Sander Warmendam zich af waarom de onderzoeken na doedelijke ongelukken zo lang moeten duren.
De hulpdiensten waren snel ter plekke bij eenmaster Risico, maar konden niets meer doen. De rector en bestuurders van Tara’s school in Den Haag gaven empathische verklaringen. De directeur van de branchevereniging van de beroepschartervaart sprak zijn medeleven uit en staat open voor elk onderzoek. De burgemeester van Harlingen vroeg zich hardop af of er sprake is van een incident. Eerder dit jaar gebeurde er ook een ongeluk voor de kust van Terschelling. Toen kwam een 79-jarige man op zeilschip de Wilhelmina om het leven toen de giek losliet.
Vertrouwen
De uitkomst van het onderzoek naar de toedracht van dat ongeval laat nog steeds op zich wachten. En dat frustreert. Voor de nabestaanden en het vertrouwen in de bruine vloot is het van belang dat er snel duidelijkheid komt over de oorzaken van de incidenten. Een noodlottig ongeval schreeuwt om een verklaring. Ook het onderzoek naar de Risico gaat maanden duren. Totdat er een uitkomst is, is de politie uiterst terughoudend met het verschaffen van informatie. Aan de ene kant is dat logisch omdat niemand erbij gebaat is wanneer er volop wordt gespeculeerd. Ook kunnen onschuldige mensen misschien in een kwaad daglicht komen te staan.
Aan de andere kant is iets meer openheid juist wel gewenst. Vele groepen en schoolklassen maken tochten op oudere zeilboten en die willen weten of dat verantwoord is. Er is vooralsnog geen reden om aan te nemen dat het niet veilig is. Ook een nieuwe auto kan een ongeluk krijgen. De charterschepen ondergaan periodiek controles en krijgen bij goedkeuring een geldig veiligheidscertificaat.
Driekwart verrot
In de zomer van 2016 verloren drie Duitse mannen van 48, 43 en 19 jaar het leven bij een drama voor de kust van Harlingen. De voorste mast van de klipper Amicitia brak plotseling af en doodde de mannen – die allemaal familie van elkaar waren. Al na twee maanden maakte de Bundesstelle für Seeunfalluntersuchung (BSU), de Duitse tegenhanger van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV), in een tussentijdse rapportage bekend dat de mast van de klipper voor driekwart verrot was. Een klein jaar later concludeerde de OVV dat de mast inderdaad grotendeels was doorgerot en dat er in de sector sprake was van schijnveiligheid.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) controleert nauwgezet schepen van de bruine vloot op overtredingen. Of het ongeluk met het schip van Tara een incident was of dat er sprake is van structurele incidenten, kan pas met zekerheid gezegd worden nadat de onderzoeken naar de Risico en de Wilhelmina zijn afgerond. In het belang van de naasten en het vertrouwen in de vloot is het van belang dat daar meer vaart achter wordt gezet. De Duitsers hebben laten zien dat het mogelijk is.
Lees het gehele artikel op de bron: LC, alleen voor abonnees
Ook in de Schuttevaer een artikel waarin wordt aangedrongen op snel onderzoek naar de laatste twe ongelukken met gieken in de chartervaart. Kijk hier, alleen voor abonnees