Natuurdoelen in Markermeer worden nog lang niet gehaald
De ecologie in het Markermeer en het IJmeer is nog lang niet op orde. Sinds de aanleg van de Marker Wadden is de situatie wel verbeterd, maar niet zo veel als werd verwacht. Het aantal visetende vogels is sinds 2017 achteruitgegaan en er is sprake van zeer eenzijdige plantengroei in het water. Er ligt nog een forse opgave, voordat de natuurdoelen in de meren gehaald worden.
Dat staat in de natuurthermometer, die het Rijk en de regio rond het Markermeer en het IJmeer elke drie jaar laten maken. De natuurthermometer meet de vastgestelde doelen voor waterkwaliteit en natuur en berekent of de resultaten voldoende zijn voor het beschermde natuurgebied en dat ook zullen blijven. Rond de Marker Wadden moet nog veel gebeuren om tot een robuust ecosysteem te komen, stellen de onderzoekers. Natuurmonumenten is vijf jaar geleden gestart met de aanleg van de kunstmatige eilanden en is er zo enthousiast over dat er nog een eiland bij komt.
Waterplanten doen het steeds beter in de meren en dat is positief voor grazende vogels en eendensoorten. Maar de flora is wel erg eenzijdig, wat invloed heeft op de voorkomende vissoorten. Brasem, baars en voorn doen het goed, maar de aantallen van onder meer karper, snoek en zeelt zijn afgenomen. Het aantal vis- en mosseletende vogels is daardoor sinds 2017 ook teruggelopen. Voor de aalscholver zijn er te weinig broedgebieden.
De onderzoekers raden maatregelen voor de vismigratie aan. Als vissen zich beter kunnen verplaatsen zal het aantal soorten in het Markermeer en het IJmeer toenemen en dat is weer gunstig voor de vogelstand. Op de Marker Wadden en aan de oevers van de meren moeten voldoende rust- en broedplaatsen voor vogels gerealiseerd worden. Vissen moeten paaigronden kunnen vinden.