Near Miss
Peter Fokkens schrijft in vakblad Spiegel der Zeilvaart voor de BBZ maandelijks een kort verhaal over veiligheid. Er wordt een situatie of ervaring beschreven die voor ieder bemanningslid herkenbaar is. Sterk aan de verhalen van Fokkens is dat zijn incidenten of ‘near misses’ op zo’n manier zijn beschreven en van context voorzien, dat het duidelijk wordt dat het aan boord van elk schip zou kunnen gebeuren. Inzicht in de eigen feilbaarheid is een belangrijke vereiste voor de veiligheid en deze verhalen helpen daarbij. Deze week het verhaal: Near Miss:
Een zeeschip draait de haven in en komt voor de kant. Een collega van de kapitein zoekt hem op. ‘Goeie reis gehad?’ De kapitein kijkt haar aan: ‘Joh, ik ben in één dag een jaar ouder geworden.’
‘Wat is er gebeurd?’
‘Eigenlijk niks. Alles is fantastisch gelopen. Goede wind, we hebben praktisch alles kunnen zeilen; leuke gasten ook, die mogen wat mij betreft nog wel eens terugkomen. Maar boven Schotland ging het een keer bíjna mis, en daar heb ik wel wat grijze haren aan over gehouden.’
De kapitein schenkt een kop koffie voor haar en zichzelf in, gaat naar de navigatiehoek en draait het navigatiebeeldscherm in haar richting: ‘Ik zal het je laten zien.’
Hij scrolt naar de kaart van Noord-Schotland, waar de gevaren koers nog te zien is. ‘We waren op weg van de Hebriden naar huis. Mooi weer, zuidenwind kracht vier, ruimend naar zuidwest. Overdag, goed zicht, stroom mee, alles in orde. Koers door de Pentland Firth, tussen het vasteland en de Orkney-eilanden door. Daar staat zoals je weet soms wel zestien knopen stroom door eb- en vloedwerking: een beetje de Stortemelk maal tien. Alles is voorbesproken met de wachtleider. Afijn, we denderen met een knoop of achttien richting de Skerries, hij pendelt heen en weer tussen navigatiehoek en achterdek, één van de trainees stuurt op het kompas, een ervaren deckhand houdt een oogje in het zeil, de rest zit aan de lunch. Ik ook, we zijn er tenslotte al bijna doorheen, maar het gaat erg hard dus ik loop met een broodje in de vuist naar achteren. Controleer de kompaskoers, die klopt, en kijk naar voren. Nou heb je daar altijd veel woeling vanwege de stroom, maar ik zie opeens een dikke branding recht vooruit. Ik ren naar de navigatiehoek en zie de wachtleider niet, maar wel op het scherm dat we recht op de Little Skerries afvaren, een zooi rotsen die net boven water steekt.”