Bruine Vloot op nationale agenda toerisme
Op 11 mei wordt er in de Tweede Kamer gesproken over Toerisme en over de rol daarin van de bruine vloot. Inge van Dijk (CDA) heeft aandacht gevraagd voor wat wel het NBTC-plan is gaan heten en dat is opgesteld door schippers, boekingskantoren, de provincies Friesland, Overijssel, Utrecht en Flevoland en de Vereniging van Zuiderzeegemeenten. Het plan is gericht op gezamenlijke ontwikkeling van nieuwe toeristische producten. Het CDA zal zich hard maken om de voorstellen ingebed te krijgen in nationaal toeristisch beleid en de vraag op 11 mei is hoeveel steun daarvoor is. Om de voorstellen voor samenwerking verder uit te werken en uiteindelijk het eindproduct te promoten, is geld nodig en daarvoor is een verzoek gedaan aan de regering.
Schippers en overheden willen komen tot toeristische producten die een logische samenhang met elkaar hebben, elkaar versterken en één verhaal vormen. De opzet voor deze aanpak komt van het Nationaal Bureau Toerisme en Congressen (NBTC). Het verhaal wordt meegenomen in de nationale en regionale promotiecampagnes gericht op (potentiële) bezoekers uit binnen en buitenland.
In grove streken staat dat verhaal al. We weten wat we willen bereiken: de bruine vloot moet een nationaal icoon worden. Bezoekt men Nederland, dan is een tocht met een klipper of botter of historisch schip eigenlijk een must. De schepen van de bruine vloot zijn uniek, het product van bijzondere geografische omstandigheden en het technisch vernuft van de inwoners van dat gebied. Het verhaal van de schepen, de bewoners en de omgeving zijn met elkaar verbonden. De bedoeling is om in volgende stappen dat verhaal te verdiepen, te vertalen in bezoekprogramma’s en toeristische producten en het vervolgens uit te dragen.
Waar steun voor wordt gevraagd bij de overheid is om die vervolgstappen te kunnen zetten. De overheid heeft belang bij de ontwikkeling van dit plan omdat het bij kan dragen aan de spreiding van toerisme, het versterken van de culturele identiteit en het financieren (uit toeristische inkomsten) van de culturele instituties in de regio’s. De vernieuwing en de promotie draagt bij aan het verstevigen van de economische positie van de bruine vloot. Om de verduurzamingsslag goed te kunnen maken en het onderhoud van de schepen te kunnen blijven bekostigen is een goed perspectief noodzakelijk en dit plan biedt dat.
De aandacht in het NBTC plan focust zich op toeristische producten, het varen dus met betalende passagiers, maar de spin off moet breder zijn. Meer maatschappelijke aandacht voor historische schepen moet helpen bij het verkrijgen van steun of passende regels en voorzieningen voor deze groep. Dat is goed voor de beroepsschipper, maar ook voor de behoudsvereniging die een botter in de vaart wil houden of een historische werf of de gemeente die steun moet krijgen om geld vrij te maken voor het onderhoud aan kades en sluizen, of wel het in stand houden van de maritieme infrastructuur.