Overijssel wil onderzoek doen naar investeringsfonds voor Bruine Vloot
De provincies Flevoland, Friesland en Overijssel willen onderzoeken of het mogelijk is om een investeringsfonds op te richten voor de Bruine Vloot. Scheepseigenaren kunnen vaak geen lening krijgen bij banken. Daarom betalen de drie provincies een haalbaarheidsonderzoek of het zinvol is om een speciaal fonds op te richten. De scheepseigenaren moeten investeren om de vloot toekomstbestendig te houden. Dat geld krijgen ze bij de banken niet. Die zijn terughoudend in het verstrekken aan leningen voor de scheepseigenaren.
Ook zijn de inkomsten van de booteigenaren gedaald tijdens de coronacrisis. Normaal gesproken wordt er omzet gehaald uit het organiseren van zeiltrips en -vakanties.
Extern fonds
Een onderzoek moet uitwijzen of externe financiers een fonds kunnen oprichten. Daaruit zouden de scheepseigenaren wel geld kunnen lenen. Dat onderzoek kost dertigduizend euro. De drie provincies, waar veel van de schepen een ligplaats hebben, betalen het onderzoek.
Er zijn zo’n vierhonderd Bruine Vloot-boten die voornamelijk varen op het IJsselmeer, het Markermeer en de Waddenzee. Afgelopen zomer stelde het Rijk al 15 miljoen euro beschikbaar om het tijdens de coronacrisis te kunnen overleven.