Provincies starten campagne tegen exoten in Waddengebied
Nemo is in de Waddenzee gedumpt. Maar Nemo eet van alles op en dat is slecht voor de biodiversiteit. Dit soort incidenten willen de kustprovincies voorkomen, daarom zijn ze vrijdag gestart met een campagne.
Nemo is in dit geval een zwartbekgrondel uit de Kaspische Zee, een elegant visje met gele vinnen voor achter glas. Leuk, maar niet onschuldig. Hij eet van alles op: kleine visjes, torretjes, bootsmannetjes, waterpoliepjes. Daarnaast komt het visje hier niet vandaan en dat maakt hem een invasieve exoot. En die kunnen grote gevolgen met zich meebrengen, zegt Albert-Erik de Winter, ecoloog bij de provinsje Fryslân.

Toch zijn de dieren niet het grootste probleem op de eilanden. Vijand nummer één is de watercrassula uit Australië en Nieuw-Zeeland. Dit plantje zit veel in aquaria. Waar het allemaal begon, is dus makkelijk te gokken. De watercrassula kan meters groot worden, verspreidt ontzettend snel en overwoekert daardoor de natte duinvalleien van Terschelling. Die veranderen in droge maanlandschappen. „Dit leven neemt al het andere leven over”, zegt Bert Hummelen van Staatsbosbeheer. De mooie duinviooltjes zijn er de dupe van.
Andere invasieve exoten zijn de reuzenberenklauw, Japanse duizendknoop, rimpelroos en de stekelige naaldzaadbloem. Die laatste vestigt zich vooral op kampeerterreinen. „Als iemand een tentje meeneemt dat niet is gecheckt, neem je zo een naald mee naar een eiland.” Schoonmaken dus, adviseert De Winter.
Als een invasieve exoot er eenmaal is, kost het een heleboel geld en tijd om die te bestrijden. Sinds 2018 is de provincie daar al meer dan 10 miljoen euro aan kwijt. Het is nog beheersbaar, zegt Hummelen, maar hoe lang dit zo door moet gaan, is de grote vraag.
‘Voorkomen beter dan bestrijden’
De kustprovincies Friesland, Groningen en Noord-Holland zijn de bewustwordingscampagne gestart om dit soort invasieve exoten tegen te gaan. „Het is moeilijk bestrijden, dus we gaan proberen te voorkomen.” Er worden informerende flyers verspreid op alle boten naar de Waddeneilanden en op de eilanden zelf. Ook promoten provincies het op sociale media.
Hiermee willen ze mensen waarschuwen en tips meegeven. Want het kan zomaar gebeuren dat de eerstvolgende toerist na een vakantie in het buitenland een stukje plant meeneemt onder de schoen, op de pet, in de koffer of aan een pop-up-tentje. „Mar it kin ek fia in fisknetsje fan dyn bern dat yn de fiver sitten hat”, zegt gedeputeerde Matthijs de Vries, die de campagne aftrapte.
Ook eilandbewoners krijgen tips voor in de tuin mee. En hebben ze een aquarium waar ze vanaf willen? Gooi de inhoud dan niet in zee. Hummelen: „Het is in feite chemisch afval, het moet in een grijze zak. Goed dichtmaken en in de container. Niet bij het groen. Dat is de meest gemaakte fout.”
De Vries demonstreert hoe je goed je schoenen veegt door zijn zwarte glimmende exemplaren in de voetveeg te raggen. Of die rode voetveeg, die je ook wel bij sportvelden ziet staan, ook bij de boot geïnstalleerd wordt? Dat denkt Dirk Spoor, die aan het roer staat bij Rederij Doeksen, niet. „Dan komt er zo’n rij. En wat moet je bij zo’n week als Oerol?” Thuis je schoenen afboenen dus.
Lees ook het artikel van Roos Tuinenburg in de Leeuwarder Courant (alleen voor abonnees)
Foto: de Zwartbekgrondel (Neogobius melanostomus) (Wikimedia commons)