Nieuws

Schulden door coronacrisis: een zeilschipper vertelt

Miquel werkt als zelfstandig schipper. Door corona heeft hij geen werk en inkomsten meer. Toen hij bij de gemeente aanklopte voor hulp, konden ze hem naar eigen zeggen niet helpen. Zijn schulden liepen snel op. “Bovenop de rekeningen die ik al niet kan betalen, kwamen de kosten van de deurwaarders nog eens bij. Alsof ik die wel kan betalen.”

Voor ons lopend onderzoek naar zzp’ers en schulden, krijgen we een tip van schipper Miquel. Hij vertelt hoe hij door corona zonder werk kwam te zitten en nauwelijks overheidssteun kreeg. Zijn schulden namen in rap tempo toe. Toen hij de gemeente om hulp vroeg, zo zegt hij, ving hij bot. Miquel vertelt:

“Ik ben kapitein en werk als zzp’er op een oud zeilschip. Ik ontvang groepen voor bruiloften, partijen, schoolreisjes, werkuitjes. Vanaf eind maart tot en met oktober is het vaarseizoen. Met deze verdiensten kan ik het hele jaar rondkomen, samen met mijn zevenjarige dochter die de helft van de week bij me woont.

Het was maart, mijn weekendtas stond al gepakt in de gang, ik was klaar voor vertrek. En toen kwam corona. Anderhalve meter afstand houden op zo’n schip lukt gewoon niet. Dus ging het varen niet door. Alles werd afgezegd. En als ik niet werk, krijg ik niet betaald. Geen inkomsten dus, terwijl mijn vaste lasten gewoon doorliepen: de huur, ziektekosten, autoverzekering, energierekening. Omdat ik seizoenswerk doe, ontving ik geen Tozo (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers, red) of andere overheidssteun. Behalve een eenmalig bedrag van vierhonderd euro.

Mijn spaargeld raakte op. De woningbouwvereniging en zorgverzekeraar waren in het begin nog best coulant, ik kreeg uitstel van betaling. Maar de mensen van de autoverzekering en het energiebedrijf waren minder geduldig. Ze stuurden na een paar weken deurwaarders op me af. Bovenop de rekeningen die ik al niet kan betalen, kwamen de kosten van de deurwaarders nog eens bij. Alsof ik die wel kan betalen.

Mijn schulden liepen snel op. Ik maakte een afspraak bij het gemeentehuis, en vroeg wat ze voor me konden betekenen. Na een kwartiertje stond ik alweer buiten. Niks dus. Mijn schuld viel toen nog mee, die was rond de drieduizend euro. Ze zeiden: ‘U moet maar terugkomen als de schulden echt problematisch zijn.’ Dat wilde ik juist voorkomen.

Ik ben er gedesillusioneerd weggegaan. Ik dacht: als ze me straks mijn huis uitzetten, ga ik wel onder een brug slapen. Wat moet ik anders? En dan hoor je dat er miljoenen in een bedrijf als KLM gepompt worden. Want dat is goed voor de werkgelegenheid. Dat is zo, maar de overheid laat ook mensen aan hun lot over. Ik vind de verdeelsleutel krom.

Lees het gehele verhaal van Miquel op de bron: deMonitor