Stichting moet bruine vloot vlottrekken: ‘Hoe krijgen we meer Nederlanders aan boord?’
Voor het tweede jaar op rij krijgen historische, commerciële zeilschepen harde klappen. Met eindelijk de beloofde miljoenensteun op zak gaat de blik in Kampen naar de toekomst. Een nieuwe stichting heeft een duidelijk doel: meer Nederlanders aan boord. Hoe gaat zij dat doen?
Het is broeierig warm. Een waterig zonnetje breekt door boven de IJssel bij Kampen. Een strakke wind blaast over de rivier. ,,Prachtig zeilweer”, zegt Wilfred Spaargaren met een grijns. Dan wijst hij om zich heen. Voor het stadsfront liggen acht historische zeilschepen aan de kade, waaronder zijn Sûdwester uit 1912. ,,Deze maanden hoort het hier eigenlijk leeg te zijn.”
Voor Pampus
Maar de deltavariant van het coronavirus gooit roet in het eten. ,,Drie weken geleden zagen we het aantal reserveringen toenemen, maar nu ligt het weer stil”, zegt Pouwel Slurink van boekingskantoor Naupar uit Lelystad.
Vorig jaar had zijn bedrijf 92 procent omzetverlies. Als de opleving uitblijft verwacht hij dit jaar ‘80 tot 90 procent’ minder omzet. Spaargaren: ,,In een redelijk seizoen heb ik 150 tot 160 vaardagen. Dit jaar had ik er 10, hopelijk komen er nog 40 bij.”
Toch is voor pessimisme weinig ruimte bij Slurink en Spaargaren. Ze verwijzen naar Pampus. Voor het eiland vroegen een jaar geleden zo’n 150 van de 400 schippers aandacht voor hun penibele situatie. Het protest leverde niet alleen een noodfonds van 15 miljoen euro op, wat de schippers naast de algemene steunmaatregelen meer lucht verschaft. ,,Ook het besef dat je samen iets kunt bereiken”, zegt Spaargaren. Slurink: ,,Terwijl het eigenlijk allemaal aparte ondernemingen bij verschillende kantoren zijn.”
Vooral Duitse klanten
Dat gevoel wil de sector benutten met de oprichting van de Stichting Promotie Hollandsche Zeilvloot. Slurink zit in het bestuur, Spaargaren in de deelnemersraad. ,,Wij willen onze liefde en passie laten zien voor de schepen die niet verloren mogen gaan”, aldus Spaargaren. ,,Als hier in Kampen een café failliet gaat, dan volgt een overname of wordt het een woonhuis. Ga ik failliet, dan neemt niemand het schip over.”
Wat steekt is de onbekendheid in eigen land, zegt Slurink. Zo is 80 procent van de klanten Duits. De stichting wil meer Nederlandse klanten op de schepen tijdens korte en lange tochten. ,,De interesse en latente behoefte zijn er. Dat laten evenementen als Sail Amsterdam en Sail Kampen zien. Toch komen mensen niet varen, terwijl de schepen in hun achtertuin liggen. Waar de impopulariteit zit? Alles wat van ver komt is altijd aantrekkelijker.”
Betere binding
Om Nederlanders aan boord te krijgen zet de stichting in op een betere binding tussen steden als Kampen en Lelystad, de bewoners en de schepen. ,,Mensen hebben geen idee wat het is om aan boord te zijn. De verwondering en de beleving als we onder zeil varen, de samenwerking in groepsverband…”, schetst Spaargaren. Slurink vult aan: ,,Het is een vorm van slow travel, gewoon in eigen land.”
Lees het uitgebreide artikel met video op de bron: de Stentor