TU Delft maakt digitale kopie van de oceaan
Een nieuw Horizon Europe-project, onder leiding van de TU Delft, brengt internationale partners samen om te onderzoeken hoe klimaatverandering het mariene milieu beïnvloedt en wat dit betekent voor de manier waarop we afhankelijk zijn van en gebruikmaken van de oceaan. Een digitale tweelingkopie van de oceaan moet antwoorden bieden.
5 miljoen euro voor onderzoek
EU-INTERCHANGE (European Regional and Coastal Seas in a Rapid Changing Climate) kreeg ongeveer 5 miljoen euro toegekend door het Horizon-programma van de Europese Commissie en ging in oktober 2025 van start. De TU Delft leidt het project, waaraan ook het Noorse Meteorologisch Instituut, het Institute of Accelerating Systems and Applications, de Sofia University St. Kliment Ohridski, het Noorse Instituut voor Wateronderzoek, de Aristoteles Universiteit van Thessaloniki, de Universiteit van Edinburgh, TERNA en Sidroco Holdings deelnemen.
Digitale tweelingkopie van de oceaan
Het consortium zal een digitale tweelingkopie van de oceaan met hoge resolutie creëren om de gevolgen van klimaatverandering in Europa en het Pan-Arctisch gebied te beoordelen. Door geavanceerde golf-, oceaan-, biogeochemische en kustmodellen te combineren, zal het inzichten op lokale schaal opleveren – zoals het zoutgehalte van de zee en golfenergie – met een resolutie van 2 km.
Aangepaste modellen zullen aanpassings- en mitigatiestrategieën voor kustbestendigheid, de gevolgen van zeespiegelstijging en blauwe economische sectoren zoals aquacultuur en hernieuwbare mariene energie evalueren. Het project zal ook een grote openbaar toegankelijke database (1995-2100) ontwikkelen met verschillende emissiescenario’s, geautomatiseerde analysetools en high-fidelity downscaling (<500 m), waarbij alle resultaten worden geïntegreerd in Copernicus (het aardobservatieprogramma van de EU) ter ondersteuning van onderzoek en besluitvorming.
Gebruiksscenario’s
Het project zal ook verschillende gebruiksscenario’s ontwikkelen, waaronder de impact op de Oosterscheldekering en de havens van Brest en Limassol. Ook zal het mariene hernieuwbare energie onderzoeken, zoals offshore windparken en golfenergie, in Alexandroupouli (Griekenland), Hollandse Kust Noord (Nederland) en Shabla-Kaliakra (Bulgarije). Ten slotte zal de voedselnexus worden geëvalueerd aan de hand van cases in Habranden (Noorwegen), Fellesholmen (Barentszzee) en Kefalonia (Griekenland).
De eerste resultaten worden medio 2026 verwacht. Het project heeft een looptijd van in totaal vier jaar.
Bron: SWZ Maritime, Mariska Buitendijk
Foto: Down to Earth

