Vertraging in de verdeling van 15 miljoen
In een door circa 60 mensen bezochte Algemene Ledenvergadering van de BBZ via een Teams-bijeenkomst was de 15 miljoen steun een belangrijk onderwerp. Directeur Paul van Ommen lichtte toe waarom de gesprekken over de verdeling van de toegezegde 15 miljoen euro voor de Bruine Vloot zo lang duurt. Een drietal punten maken de toezegging juridisch lastig.
Zo zijn er EU regels voor de toekenning van staatssteun aan bedrijven, is er het principe van het gelijkheidsprincipe én mag er niet zomaar steun op steun gestapeld worden. Het gelijkheidsprincipe vraagt om een heldere omschrijving van de redenen waarom de Bruine Vloot wel, en een andere sector geen extra steun zou mogen krijgen. Eén van de argumenten die voor de Bruine Vloot een rol spelen is het verlies van het certificaat als bestaand schip, en daarmee de overgangsregels die voor de historische schepen gelden. Een failliete schipper betekent een verdwenen schip. En met verdwijnende schepen verliest de maatschappij ook een cultuurhistorische belangrijke sector met specifieke ambachten als zeilmakers, mastenmakers en zeilschippers. En er zijn meerdere goede redenen aangegeven. Die moeten echter wel in de juiste juridische beschrijvingen en afbakening passen, en daar wordt in de ministeries van OCW en EZ hard aan gewerkt.
Daarnaast mag er niet teveel steun naar een bedrijfstak gaan. Ondernemers moeten er mee geholpen zijn, maar mogen er niet aan verdienen. Naast de generieke maatregelen voor alle bedrijven zoals TOGS, NOW en TVL met een tegemoetkoming van 50 % van het omzetverlies aan vaste lasten (42 % voor de binnenvaart) zou er op deze manier nog een substantiële hoeveelheid steun extra naar de Bruine Vloot gaan. Om dit te ondersteunen waren meer cijfers nodig, oa over de werkelijke vaste lasten in de chartervaart.
Mogelijk beperkte steun
Dat is waarom het zo lang duurt op de ministeries, en waarom het zelfs mogelijk kan zijn dat de steun enigszins beperkt gaat worden. De BBZ zet zich echter met alle mogelijke middelen in om de toegezegde steun bij de schepen met omzetverlies te krijgen.
Tijdens de vergadering werd ook gevraagd of er mogelijk een voorschot kon komen omdat de nood onder schippers zeer hoog is. Schippers die nu naar de werf moeten kunnen dat in enkele gevallen niet financieren. Van een enkel schip is bekend dat ze hun werfbeurt middels crowd-funding onder oude klanten hebben gefinancierd. Robin Hoekstra van BSC gaf aan dat het vanuit ILenT toegestaan is om tot 1 augustus met een verlopen certificaat te varen, wanneer je daarover met een keuringsinstantie contact hebt opgenomen en een plan hebt wanneer je wel gaat keuren. Meerdere schippers vonden dat dit een beeld oproept alsof we aan de veiligheid van de schepen willen zitten, en keurden dit pad af. Tim Klaassen van EOC verzekeringen zou kijken hoe de verzekering hier tegenaan kijkt.