Voorop lopen in duurzaamheid én een oud zeilschip in de vaart houden is een zeldzame combinatie
In elk nummer van de Spiegel laat columnist Pharos zijn licht schijnen op actuele en minder actuele kwesties. In de laatste Spiegel nr. 5 gaat het over het brandstofverbruik in de chartervaart:
De BBZ zette onlangs een enquête uit onder de leden over het brandstofverbruik aan boord. Want charteraars beweren wel dat ze heel milieuvriendelijk zijn omdat ze altijd zeilen, maar is dat wel zo?
Interessante vraag. Nu de druk op alle fossiele brandstofverbruikers toeneemt om te verduurzamen, is het interessant om te kijken waar overal winst te behalen valt. En kleine winst is uiteraard ook winst, dus ook het afschaffen van de diesel aan boord van een zeilschip.
Daar hoort dan wel een kosten-batenanalyse bij.
Zowel particulieren als bedrijven kijken toch eerst naar de stand van hun bankrekening, voordat ze opdracht geven om de dieselmotor en -kachel te vervangen door een emissiearm, maar nu nog peperduur alternatief. Inmiddels is wel duidelijk dat een totale refit van je machinekamer al gauw een ton of meer kost, maar vaak blijft het daar niet bij. Op de zeiltjalk Overwinning is na grondige inspectie van de mogelijkheden tot elektrificering meteen ook maar het hele vlak vervangen. En ook op de Vrijbuiter bleek de eerste begroting aan de optimistische kant. Daar komen na de elektrificering zoutaccu’s in te staan, waardoor alle andere ballast overbodig wordt. Slim, maar wel een ingreep die iets om-vangrijker uitpakt dan oorspronkelijk voorzien.
Het is dus niet vreemd dat er bij beroepszeilschip-pers koudwatervrees heerst. Veel is nog in ontwikkeling, wat het kosteneffectiefste en duurzaamste systeem wordt is nog lang niet duidelijk, en sowieso behoren de meeste schippers niet tot de ‘early adapters’ van de nieuwste technieken, zoals dat in marketingtermen heet.
Pioniers
Maar daar wringt het wel. Want diezelfde schip-pers hebben vaak wel de mond vol over hoe ge-weldig ze voorop lopen met hun zeilende, en dus per definitie superduurzame schepen. Ik moet daar vaak wat om lachen. Immers, voorop lopen in duurzaamheid én be-roepshalve een oud zeilschip in de vaart houden is een zeldzame combinatie. Meestal hoor je bij een gesprek over dieselalternatieven roepen dat ‘ze dan eerst maar eens moeten zorgen voor …’ Want ‘de anderen’, wie dat ook zijn, en de overheid, die moeten natuurlijk altijd eerst. En hoe vaak hoor je de eigenaren niet luidkeels piepen als de veiligheid om nieuwe aanpassingen vraagt? Niet alleen van-wege het geld, maar veel vaker omdat de onder-buik ‘het ging toch altijd goed zo’ en ‘waar heb al die nieuwigheid nou voor nodig’ roept? Het is niet voor niets dat de echte pioniers zo vaak in het nieuws zijn: dat komt niet alleen door wat ze doen, maar ook omdat ze op de vingers van één hand te tellen zijn. Dus wil je ook veel positieve en gratis publiciteit? Wordt pionier!
Terug naar het motorgebruik. Op de BBZ-enquête is tot nu toe bedroevend weinig gereageerd. Dat kan maar twee dingen betekenen: ofwel het boeit de schippers niet, en dus houden ze hun verbruik niet bij, wat een weinig duurzame houding doet vermoeden, of ze houden het wel bij, maar zijn zo geschrokken dat ze het resultaat niet openbaar durven te maken.
Een collega die volgens eigen zeggen heel veel zeilt, en niet bang is om de hand in eigen boezem te steken, hield het wel bij en kwam op een motor-gebruik dat een kwart van de vaartijd besloeg. Dat was toch even schrikken.
Lees hier het gehele artikel als pdf
BBZ leden kunnen met korting abonnee worden op de Spiegel der Zeilvaart, aanmelden kan via info@debbz.nl