Nieuws

Zeespiegel bij Delfzijl stijgt sneller: de bodemdaling werd ‘even vergeten’

De zeespiegelstijging bij Delfzijl was jarenlang groter dan uit officiële meetgegevens bleek. Dat komt doordat geen rekening werd gehouden met de bodemdaling.

Dat blijkt uit de Zeepsiegelmonitor 2018, een studie van Deltares in opdracht van Rijkswaterstaat. De onderzoekers becijferen dat de bodem bij Delfzijl door de gaswinning sinds 1973 met zeker 24 centimeter is gezakt. De gegevens over de bodemdaling zijn echter niet gecombineerd met die over de zeespiegelstijging bij de havenplaats. Het effect van een relatieve zeespiegelstijging is daarbij dus niet bekeken, concluderen de onderzoekers.

,,Het is goed dat iedereen dit nu in de gaten heeft. Daarom hebben we het ook opgeschreven,’’ zegt Fedor Baart van Deltares. De vraag is of de betrokken partijen het altijd in de gaten hebben gehad, bijvoorbeeld bij het ophogen van dijken. ,,We wilden in ons onderzoek de stijging van de zeespiegel en de bodemdaling gelijk presenteren.’’

Goed nieuws
Het goede nieuws van het onderzoek is dat de zeespiegel langs de Nederlandse kust minder snel stijgt dan in de rest van de wereld. Om de zeespiegel te volgen wordt gebruik gemaakt van getijde-stations en sinds 1993 ook van satellieten. ,,Voordeel van het gebruik van satellieten is dat die overal kunnen meten. We hebben niet overal een station aan de kust waar gegevens worden verzameld”, zegt Baart.

De stijging bedroeg bij de Nederlandse kust 18,6 centimeter in een eeuw. Mondiaal gaat het aanzienlijk harder. In de periode 1993 tot 2017 steeg het gemiddelde peil van de wereldzeeën met 32 centimeter. Dat de zeespiegel in onze contreien minder snel stijgt, heeft onder meer te maken met het zogenaamde gravitatie-effect, waardoor de stijging groter is nabij de evenaar.

,,De stijging is niet overal gelijk, er is heel veel variatie. Bij Groenland komt het meeste water in de oceaan terecht, door smeltend ijs. De toename van de zeespiegel die daar het gevolg van is, vindt dus vooral plaats bij de evenaar en maar in beperkte mate bij Nederland’’, zegt Baart.