Q&A Elektrificatie van de Vrijbuiter in de praktijk
De BBZ is op bezoek geweest bij de Vrijbuiter van Wiebe Radstake en Suzan Dahmen om te vragen hoe het proces rond de elektrificatie van de tjalk verlopen is. Hieronder een kort verslag van de vragen en antwoorden die tijdens het bezoek aan de orde zijn gekomen. Voor aanvullende informatie kan je contact opnemen met Wiebe of Cockie.
Q: Met welke samenwerkingspartners had je te maken?
A: In het begin met een bedrijf in Zeeland, maar daar liep de samenwerking niet soepel mee. Daarna ben ik in zee gegaan met 2 zeer deskundige vrienden van mij, die eigenlijk vanaf het moment dat ik een schip wilde kopen betrokken waren bij mijn plannen om vracht te varen. De een runt Scheepswerf Koppers in Aalsmeer en de ander werkt bij Vissers Uitvinderskantoor. Samen met Topsystems en Greenmarine hebben ze een naar een oplossing gezocht. De keurende instantie was het NBKB. Arie Prins (JP Survey) heeft het proces begeleid, Rob Peetoom (Service Maritiem Rob Peetoom) voerde de testvaart uit.
Q: Waar ben je tegenaan gelopen?
A: Gebrek aan kennis, met name bij het Zeeuwse bedrijf. In het begin had ik dat niet door waardoor er veel tijd is verstreken zonder dat er echt voortgang werd geboekt. Hierdoor kwam ik vreselijk in tijdnood. Daardoor moest er gewerkt worden met materiaal dat voorhanden was i.p.v. uit te gaan van het optimale scenario voor het schip. Feitelijk is al het werk nu in een paar weken tijd gedaan. De gevonden oplossing, een motor van 48 kW plus het accupakket bestaande uit 12 accu’s met een totaal vermogen van 30 kVA met deze schroef is overigens prima geschikt voor de Vrijbuiter.
Ook de regelgeving dwong mij tot bepaalde keuzes. Ik wilde graag met zoutaccu’s werken, maar deze bleken de piekspanning (nog) niet te kunnen leveren. De pieken opvangen met een generator kon niet omdat de generator voor het aanvaringsschot staat. (Onderdelen van) de hoofdvoortstuwing mogen daar niet opgesteld staan. Dit betekende dus dat ik extra (ES-TRIN goedgekeurde) accu’s moest aanschaffen.
Q: Kan een schipper-ondernemer dit traject zelf uitvoeren?
A: Nee! Daar is het veel te gecompliceerd voor.
Q: Wat zou je een volgende keer anders doen?
A: Een projectmanager aanstellen. Iemand die het hele proces in de gaten houdt. Joost Martijn heeft hetzelfde gezegd en daar sluit ik me bij aan.
Q: Denk je dat er een markt is voor je schip?
A: Jazeker. Ik wil me richten op ecotoerisme en vrachtvaart. Die droom heb ik al jaren, en die wordt nu werkelijkheid.
Q: Zou je het andere ondernemers aanraden?
A: Op dit moment zeg ik nee, maar dat komt door alle stress van afgelopen tijd. Ik heb nog nooit zo’n zware periode gehad. Als ik straks weer aan het varen ben, ben ik trots en blij en dan is mijn mening vast anders.
Q: Wat is de actieradius van het schip?
A: In de praktijk kan ik dat nog niet zeggen, maar volgens de berekeningen zou ik 4 uur voluit kunnen varen. Mijn bedoeling is om naast de windmolen bovenin de mast er nog 2 op het achterdek te plaatsen. Aan de binnenkant van de reling moeten nog meer zonnepanelen komen plus toch een uitbreiding met zoutaccu’s. Uiteindelijk wil ik onafhankelijk van walstroom kunnen varen.