Evenementen

Race of the Classics haalt Engeland

Het is al jaren geleden dat de Race of the Classics de overkant haalde; te vaak zat de wind tegen. Maar dit keer stond er een fijne noordenwind. 

Jonge werknemers van tien bedrijven deden mee. ‘Dit is wel een reden om bij een groot bedrijf te werken in plaats van een start-up.’
De 250 deelnemers van de 19e editie van de Race of the Classics for Young Professionals vinden bepakt en bezakt hun weg naar hun thuis voor de komende vijf dagen. ASML moet naar de driemaster Hendrika Bartelds, NS zit op de Abel Tasman en de Rabobankers varen op de grootste boot van allemaal, de Artemis. De organisatie van het geheel, een groep jonge diehards, wijst met blikjes in de hand de weg. Na een jaar lang plannen, mogen ze weer.

Op de woelige baren van de Noordzee strijden negen bedrijven en het ministerie van Defensie tegen elkaar om wie het eerst de finish haalt. De winnaar mag volgend jaar weer meedoen. Afhankelijk van de wind zet de vloot koers naar Vlissingen, Texel, of het ultieme doel: Ipswich, in Engeland. In de havens zijn er feesten, om te netwerken. Al leer je je collega’s van je eigen bedrijf het beste kennen; met hen zit je vijf dagen lang op hetzelfde schip.

Zeeziekte

De deelnemers kennen elkaar vaak niet, ook al werken ze bij hetzelfde bedrijf. Deelnemende bedrijven hanteren vaak een open inschrijving, waardoor veel meer mensen zich aanmelden dan er mee kunnen. Dan wordt er geloot. De young professionals zijn maximaal 35 jaar oud. Teamcaptain Xanthe (28) van de Rabobank voert het team op de Artemis aan. ‘Er hadden zich zo’n 75 mensen aangemeld, maar er was maar plaats voor de helft.’
Zeilervaring hebben de meesten niet. En of ze zeeziek worden? De internationale groep slaakt een collectieve zucht.

Happy few

In de ochtend voor de start komen de ceo’s en andere mensen met hoge functies in de deelnemende bedrijven aan in de haven. Ze komen hun teams uitzwaaien, die kleine oogjes hebben van de eerste nacht feesten.
Het hoofd duurzaamheid van Rabobank vindt het mooi dat de deelnemers onder bijzondere omstandigheden samenwerken en meer de handen uit de mouwen steken. ‘We zitten al zo veel.’ Ook Vattenfall-ceo Cindy Kroon is enthousiast. ‘We hebben deelnemers uit Denemarken, Zweden en Duitsland. Nu leren ze elkaar kennen.’

De werknemers van Vattenfall betalen zelf voor hun deelname. Hetzelfde geldt voor ASML. Deelname kost €890, en daar bovenop komt de zeilkleding. De meeste andere bedrijven betalen wel een deel van de kosten. ‘Je moet wel oppassen dat het geen evenement voor de happy few wordt’, zegt Jacques de Swart, partner bij PwC, ‘Al met al loop je hier wel het risico op elitair worden.’
Hij vindt het daarom wel goed dat zijn werknemers nu met andere bedrijven in contact komen. ‘Dan neem je niet alles voor lief.’ Voorzitter Wytema legt uit dat ze mede om die reden niet alleen maar banken en advocatenkantoren willen in de wedstrijd. ‘We zijn blij dat Damen meedoet, dat is echt iets anders.’

Lopend windje

Eenmaal gestart zetten de schepen koers naar Engeland. Er staat een mooi lopend windje uit noordelijke richting. Dat is bijzonder gunstig. Met halve wind kunnen de schepen zonder veel te manoeuvreren naar de overkant zeilen. Vanuit Scheveningen ligt Ipswich praktisch pal west. De wedstrijd levert zo mooie duels op; met wisselende windsterkte is nu het ene, dan het andere schip sneller, en komt het erop aan hoe je de zeilen zet om er de maximale snelheid uit te halen. Na een tocht van ongeveer 15 uur finishen de schepen bij de Shipwash-boei voor de Engelse kust.
De volgende dag start met dezelfde wind, maar na een uur of vijf draait de wind naar het oosten en moet de motor bij. De schepen gaan dan voor anker voor de Scheveningse kust, om de volgende dag nog een dagrace naar Beverwijk te maken, waar de race eindigt.

Bronnen: eigen nieuwsgaring en een artikel in het Financieele Dagblad (alleen voor abonnees).
Beeld: Facebook